NIEUWS UIT ZWITSERLAND
Mocht ik in een der vorige nummers van
Heemschut reeds wijzen op de strijd, welke
in Zwitserland gevoerd wordt om het behoud
van het Nationale Park in het Unterengadin,
de laatste nummers van de tijdschriften, welke
wij mochten ontvangen van de Zwitserse ver
enigingen voor heemschut en natuurbescher
ming, wijzen er op, dat het laatste woord hier
over met gesproken is.
in hel Unterengadin wil men enkele centrales
bouwen tot het opwekken van electrische
stroom. De rivier de Inn moet hiertoe in de
zomer liet water leveren, de beken vaü het
Nationale Park in de wintermaanden. Er zal
een geweldig stuwmeer moeten - worden ge
vormd in het boven-Spöldal.
De gemeenten in het Unterengadin, die finan
cieel belang hebben bij het tot stand komen
van de waterwerken, hebben hun goedkeuring
gehecht aan de plannen, terwijl andere instan-
üs zlcIi eveneens hiervoor hebben uitgesproken.
De Zwitserse natuurbeschermers zijn er van
overtuigd, dat de bouw van de stuwdam; de
hoogspanningsleidingcn en de overige kunst
werken; de onrust die gedurende jaren zal
heersen, de aanwezigheid van buitenlandse
werklieden, die (naar zij veronderstellen) niet
die eerbied voor de natuur zullen hebben als
de Zwitsers, liet Nationale Park voorgoed
zullen vernielen.
Voorts vrezen zij, dat het onttrekken van water
de levensgemeenschap van planten en dieren
volkomen zal wijzigen, waardoor het naspeu-
ringswerk van jaren te niet gedaan zal worden.
Het „Konsortium für Unterengadiner Kraft-
werkprojekte" spaart kosten nocli moeite de be
volking van de voordelen van de voorgenomen
werken te overtuigen; een grote perscampagne
werd opgezet, terwijl men contact gezocht
heelt met dc Italiaanse autoriteiten ten einde
van het buitenland uit invloed op de betref-
lende Zwitserse instanties te kunnen uitoe-
lenen.
Dc opzet is n.1. 50% van de verkregen energie
naar Italië af te voeren: De grote stuw zal
worden gebouwd door Italiaanse arbeiders mei
Italiaans materiaal.
Het is duidelijk dat dit grote plan van ver
schillende zijden kan worden bezien; ener
zijds biedt het grote mogelijkheden, anders
zij ds dringt de aanwezigheid van tal van
andere riviertjes in Zwitserland, welke niet
gebruikt worden, tot bezinning opde vraag,
of daar geen mogelijkheden liggen welke min
der ingrijpende wijzigingen in de structuur
van het landschap veroorzaken.
Wij zijn benieuwd of de Bondsraad voorkomen
zal, dat men zich vergrijpt aan dit gebied, dat'
gedurende dertig jaar ongerept bleef, waarin
geen mensenhand iets wijzigde.
B.S.
HET KASTEEL ARKELSTEIN.
Ons lid R. W. P. de Vries bericht ons:
Toen ik des tijds in Hulst (Z. Yl.) woonde, zond
ik eens een krantenknipsel aan U. waarin werd
gerept over de overblijfselen van het Kasteel
Arkelstein.
Naar de mij meen te herinneren, stond daar
bij niet de plaats, waar die overblijfselen zich
bevonden. Ik dacht toen, dat het wel een be
kende ruïne zou zijn, in de buurt van Gorin-
chem. Ik zond U dit uitknipsel in verband met
een voorgenomen werk, dat geen verbetering
in de toestand zou brengen.
In twee maandbladen werd hieromtrent iets
opgenomen, n.1. no 10 van 1938 en no 11 van
1939. Beide mededelingen wijzen er op, dat men
Arkelstein nog niet had gevonden.
Door een toeval kwam ik de juiste plaats te
weten. Op een oude kaart van Overijssel bij
een vriend te Bathmen, herkende ik plotseling
de naam Arkelstein. Het bleek, dat het kasteel
dicht in de buurt gestaan moest hebben. Bij het
buurtschap Loo staat nabij de Schipbeek een
flinke, niet zeer oude boerderij, waarvan de
tegenwoordige bewoners mij vertelden, dat
enige jaren geleden inderdaad op hun land dc
resten van het slot hadden gestaan en nog wel
omgeven door de grachten. Alles was welig
begroeid met allerlei hout, zodat de kinderen
's winters in de grachten (d.w.z. laag tussen de
hoge kanten) een heerlijk beschutte ijsbaan
hadden. Op aanvraag van de boer heeft dc
Nederlandse Heide Mij de hele boel wegge
broken en omgehaald, grachten dichtgegooid,
het hout verwijderd, zodat nu een weiland is
verkregen, waar niets meer doet vermoeden
wat ooit in dat land gebouwd was. Toch schij
nen er nog resten in de grond te zitten; en hier
en daar wijst een stuk grote mop op oud bouw
werk, dat verdween.
De boer had natuurlijk alleen oog voor de
paar are weiland, de rest raakte hem niet, om
dat hij het niet anders begreep.
Het spijt mij nog, dat ik vroeger niet duide
lijker kon zijn.
15