7W lxvh. DE GELDERSE KASTELEN. De Stichting „Vrienden der Gelderse Kaste len" kon in net jaar 1946 door de tijdsomstan digheden slechts weinig doen. De restauratie van het kasteel „Hernen" schoot niet veel meer op dan het verder afwerken van de drie bin nenplaatsgevels van de westelijke, noordelijke en oostelijke vleugels. Het beheer over het kasteel „De Cannenburgh" werd zo goed mo gelijk voortgezet. Aankoop van het kasteel „Ammersoyen", waarvoor 40.000 nodig was. mislukte voorlopig door verschillende omstan digheden, evenals de aankoop van de restanten van het kasteel „Ooy" bij Nijmegen, die direct gevaar lopen te verdwijnen. De restanten van de in de oorlog vernielde toren van het kasteel „Wayesteyn" te Herwijnen werdendoor de eigenares, de Monumentencommissie van de Provincie Gelderland, aan de Stichting over gedragen. J. A. B. dc H. ONTSIERING VAN HET NEDERLANDSE LANDSCHAP Onze landschappen kenmerken zich door een fijngelede structuur; vele kleine schoonheden sieren het snel vervlietend perspectief van het vlakke land en geven in haar veelvoudigheid daaraan beurtelings afwisseling, intimiteit en openheid of de aftekening van haar zuivere silhouetten tegen onze tere luchten. Het zijn de stille vennen of slingerende beken, de boerderijen in beschermende erfbeplantin- gen, de molens spiegelend in de trage bochten, de zware dijken langs de brede zwaai onzer rivieren, doch ook de knotwilgen, hangend boven de diclitgekroos.de sloot; het is heel de afwisseling die heide, bos en duin. weide, polder en heuvels, strand en bouwland en de forse bomenrijen, die de wegen begeleiden, ons schenken. Weinig is er nodig om deze harmonie van vorm. groepering en kleur te verstoren, het aange zicht van het landschap te schenden; niets is meer afdoende dan de nederzettingen ener steeds meer geïndustrialiseerde en in steeds sneller tempo toenemende mensheid op het reeds lang te beperkte gebied van onze elf provinciën. De steden stuwen troosteloze huizenrijen als lange grauwe armen langs wegen en wateren en de gerafelde stadsranden vinden een orde loze beëindiging in bedrijven en opslagen. Fabrieken liggen in alle opdringerige lelijkheid als grove massa's willekeurig in het landschap verspreid; plompe watertorens, hoogspannings masten, palen voor telefonische en electrische geleidingen, lantaarns, stalen of betonnen por talen voor de electrische spoorwegverbindin gen, kale wegen als een zweepslag door het terrein, ontelbare hekwerken van de lelijkste soort, palen en prikkeldraad, genormaliseerde beken en sloten, de staketsels van Amerikaan se windmolens, nuchtere motorgemalen, verka- V velde landen als mathematische formules, zijn evenzovele vormen van ontluistering en aan- tasting van de schoonheid van het Nederlandse landschap. Vanzelfsprekend moet veel van het geen wij zouden willen behouden, wijken voor de noodzakelijke eisen, welke een steeds groeiende bevolking stelt. Uitbreiding van ste den en industrieën, van cultuurgronden en verkeerswegen is niet tegen te gaan. Intensi vering van het grondgebruik en het richten van alle voorzieningen op het hoogst verkrijgbare rendement, leidt er toe, dat oude water- en windmolens, bochtige beken, schilderachtige landwegen en wei- en bouwlandcomplexen moeten verdwijnen of een meer zakelijk uiter- 87 HoogspanningsJcidmgen over de Vecht

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2023 | 1947 | | pagina 9