94 HET GAAT VERKEERD MET ONZE MOOIE WINDWATERMOLENS. De Heer J. Wiertsema, oud-molenmaker en waterbouwkundige, zond ons een bijdrage, die wij hierbij plaatsen. Wederom bereikt ons de mare dat twee kapi tale windmolens in bet landschap, staande bij het Schildmecr, ten dode zijn opgeschreven. Hoe komt dat? Reizende kooplieden in machinerieën zwerven geregeld de provincie door om de bestuursleden van polders, die nog windwatermolens hebben, te bewerken. Het bezwaar, door dc besturen naar voren ge- braclii, dat de molens niet mogen worden af gebroken, wordt wel ontzenuwd. De heren reizigers gaan wel even speuren, en, pienter als zij zijn, vinden zij zo waar wel een scheur tje of losgeraakte voeg in het metselwerk en klaar is Kees. Een rapport wordt vlug gemaakt, waarin het dan wordt voorgesteld, alsof de molen totaal af is. Een feit is evenwel, dat deze scribenten absoluut geen kennis hebben van windmolens: een windmolen gaat nl. nooit af. Het eigenlijke gestel van een molen, een waar kunstwerk, door onze voorouders uitgevonden, kan eeuwen trotseren, zoals nog met vele voorbeelden kan worden aangetoond. Het is alleen een kwestie van onderhoud; enkele delen die aan weer en wind zijn blootgesteld behoeven te zijner tijd herstelling. Als dit onderhoud deskundig en jaarlijks wordt bijgehouden, zijn dc kosten best te overkomen. Opgemerkt moet worden, dat de windmolens door het aanbrengen van stroomlijn- wieken beduidend in capi- citeit zijn vooruitgegaan, terwijl windkracht volop te krijgen is, en niets kost. Gaat men deze kracht.be nutten, dan behoeven daar voor onze medemensen niet met levensgevaar in het binnenste der aarde af te dalen om steenkolen te delvenkostbare en niet te betalen deviezen worden bespaard. Als het nu de heren gelukt bij de besturen de molens ter dood te veroordelen, niet door strop of vuurpele- ton, maar door moker en breekijzer, dan wordt het kunstwerk aan flarden ge scheurd, immers, hoe min der de sloping kost, hoe beter. Er moet dan een electrisch gemaal komen, waarvan de bouw en installatie tienduizenden guldens kosten. Bovendien worden voor het .leggen van een kabel een jaarlijkse huur, en voor transformator en meetinstallatie, vast recht en stroomkosten beduidende bedragen gevorderd. Wanneer men nu eens de moeite neemt een becijfering te maken van de werkelijke jaar lijkse kosten en rente van kapitaal, dan blijkt, dat het veel voordeliger is de windmolens te laten bestaan, en als hulpkracht in de molen te plaatsen een Dieselmotor, die een enkele keer bij windstilte mee kan helpen om tijdelijk» waterbezwaar op te heffen. Bovendien is men dan baas in eigen huis en niet afhankelijk van electrisch e stroom. Dieselmotoren zijn betrouwbare machines waarvoor men de brandstof-olie thans zelfs uit eigen land kan betrekken. Bij besluit van de Ministerraad van Mei 1946 zijn alle windmolens, eerst tot 1 Juni 1947, later verlengd tot 1 Juni 1948, tot monument ver klaard, en mogen zij dus alleen worden afge broken met toestemming van het Departement van O. K. enW., afdeling O.K.N. Voor de wind molens van de provincie Groningen gold dit reeds eerder en zonder tijdsbepaling, daar deze alle voorkomen in de Yoorlopige Lijst der Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst, deel XI, 1933. Zoals het nu loopt heeft dit besluit echter ab soluut geen zin. De sloping gaat door, en zij die geen sloopvergunning krijgen, laten de Slot op pagina 93 onderaan De Prinscnmolen te Hdlcgersbe rg Cliché afgestaan door de Vereniging „De Hollandse Molen"

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2023 | 1947 | | pagina 16