36e JAARVERSLAG VAN DE BOND HEEMSCHUT
(van September 1946 tot September 1947)
Dit 36e jaarverslag van de Bond Heem
schut mag niet aangevangen worden zonder
een woord van welgemeende erkentelijkheid te
uiten jegens onze oud-secretaris, de Heer A.
A. Kok, die welhaast een kwart eeuw van deze
plaats jaarlijks rapport uitbracht over de werk
zaamheden van de Bond.
Men moet al zeer vreemd tegenover de
Bond Heemschut staan, als men niet zou weten,
dat deze werkzaamheden voor een belangrijk
deel zijn stempel droegen en gedragen werdeu
door zijn geestdrift, deskundigheid en werk
zaamheid. Uw huidige secretaris is er zich ten
volle van bewust, dat het ongemene krachtsin
spanning en toewijding zal vereisen om de re
sultaten, welke zijn voorganger bereikte, tc
evenaren, maar hij vertrouwt, dat hij met hel
belang van het streven van de Bond voor ogen.
op Uw aller volle medewetking mag rekenen.
Al moge dan in de 36 jaren van het bestaan
van de Bond bereikt zijn dat vele taken, welke
de Bond zich bij zijn stichting ten doel stelde,
erkenning hebben gevonden en overgenomen
zijn door overheidsinstanties, toch betekent dit
geenszins, dat de missie van de Bond Heem
schut volbracht is. Integendeel, nu de bestrij
ding van oude gevaren bezworen is, of deze in
wettelijke banen is geleid, dreigen er nieuwe.
De bevolking in ons reeds zo dicht bewoonde
kleine land, met zijn vele cultuurschatten,
neemt onvervaard toe en daarmee het verkeer,
de behoefte aan meer woonruimte en aan meer
cultuurgronden. Daarin schuilt bij de havenis.
welke ons land reeds door het oorlogsgeweld is
toegebracht, het gevaar voor nieuwe aanslagen
op de schoonheid van ons land.
Het is geen ongewoon verschijnsel, zelfs in
deze tijd van coördinatie, overheidsdiensten te
genover elkaar Ic vinden met de schoonheid
van het land als lijdend voorwerp. Loopt dit op
een compromis uit, dan betekent ook dit veelal
aantasting van die schoonheid. Het merendeel
van deze aantastingen komt voort uit onkunde.
eenzijdige beoordeling of gebrek aan belang
stelling.
Terecht heeft daarom onze oud-secretaris
in zijn vorig jaarverslag er op gewezen, dat dc'
Bond Heemschut een nieuw tijdperk tegemoet
gaat. Dit tijdperk zal meer moeten staan in het
teken van de voorlichting. Het is daarom niet
zonder reden, dat het afgelopen jaar voor dc
Bond een jaar van reconstructie was. Recon
structie, in de samenstelling van het Dagelijks
Bestuur, in het orgaan Heemschut cn in dc
door ons ingestelde commissies.
Bestuur.
Het Dagelijks Bestuur kwam weer maan
delijks bijeen ter behandeling der zaken. Nadat
de Heer Kok op dc Algemene Ledenvergade
ring in 1946 te Gouda officieel zijn functie als
secretaris had neergelegd, bleef hij zich tot 1
januari 1947 belasten met dc waarneming van
het secretariaat, aangezien zijn opvolger bui
tenslands vertoefde.
Op de Bij zond cr Algemene Ledenvergade
ring van 11 December 1946 Ie Amsterdam legde
de Heer J. R. Koning zijn functie als penning
meester neer, doch werd bereid gevonden
zijn door ons gewaardeerde medewerking aan
het bestuursbeleid Ie blijven verlenen, door aan
te blijven als lid van het Dagelijks Bestuur.
De Heer W. Voorbeytcl Cannenburg ver
klaarde zich bereid zijn zetel in het Dagelijks
Bestuur in te ruimen, ieneindc plaats tc maken
voor een financieel deskundige ter vervulling
van de taak van penningmeester. Uw vergade
ring verkoos lot lid in het Algemeen cn het Da
gelijks Bestuur, Mr H. ter Mculcn, wie dc taak
van penningmeester werd toegewezen.
De Heer A. A. Kok werd benoemd tot sec
retaris der redactie van de Heemschulserie en
Heemschutbibliotheek en verklaarde zich be
reid uil dien hoofde deel te blijven uilmakcn
van het Dagelijks Bestuur.
Met diep leedwezen herdenkt het Bestuur
het overlijden van twee leden van het Algemeen
Bestuur de Heren Mr E. J. Bcumcr cn Ir Wou
ter Cool. Mr. Beumer's warme belangstelling
voor ons werk en zijn scherpzinnige raadgevin
gen worden node gemisI in onze kring. Het ont
beren van zijn slcun buiten onze kring bete
kent een gevoelig verlies voor de Heemschut-
gelederen. Tn h' Wou Ier Cool verliest dc Bond
een toegewijd bestuurslid en krachtig voor
stander van ons werk. Beider nagedachtenis
zal in ere blijven, bij hen, die het voorrecht heb
ben gehad met hen te mogen samenwerken.
Met begrip voor zijn motieven, maar mei
leedwezen over zijn besluit, zag ons Bestuur dc
nestor uit zijn midden, de Heer Edo J. Bergs-
ma als Alg. Bestuurslid aftreden. Een warm
voorstander van het Hccmschutwcrk treedt
hierdoor uil ons midden in verband met het
bereiken van zijn 85e jaar. Hel stemt ons tot
voldoening, dat hij verzekerd Itceft ons werk
met aandacht te zullen blijven volgen.
53
I