Go
middels opgevolgd als vertegenwoordiger van
de A.N.V.V.
Wat de samenstelling onzer Commissie be
treft moeten wij nog mededelen, dat ernstig ge
dreigd heeft een vacature voor de plaats van
de voorzitter. Aan hem werd n.1. aangeboden
een professoraat te Bandoeng. Nadat bleek, dat
een door hem gestelde voorwaarde niet gega
randeerd kon worden, meende Heer Yan Hoy-
tcma beter te doen deze functie niet te aan
vaarden. Onze commissie was zeer verheugd
ie horen, dat hij nu Avel aan haar zijn beste
krachten kon blijven wijden.
Op 15 Januari werd in het van Brienenhuis
ie Amsterdam dc Algemene Jaarlijkse Verga
dering gehouden van de Voorzitters der provin
ciale subcommissies te zamen'met de Centrale
Commissie Stad en Dorp en het Dagelijks Be
stuur van de Bond Heemschut. Uitgenodigd
waren alle leden der provinciale commissies.
Op deze vergadering zette dc Voorzitter van
de Commissie Stad en Dorp uiteen hoe door ons
het streven naar harmonie tussen het goede
oude en het goede nieuwe als onze belangrijk
ste taak beschouwd wordt. Dc richtlijnen voor
de samenwerking tussen dc provinciale com
missies en de landelijke Commissie Stad en
Dorp werden ampel besproken. Voorts ook sa
menwerking met alle reeds bestaande vereni
gingen, die op Heemschutgebied yerkzaam zijn
en met de Provinciale Schoonheidscommissies.
Zo mogelijk zal steeds dc Secretaris van de
Prov. Schoonheidscommissie mede lid van onze
provinciale commissie zijn.
Als het eerst nodige werd algemeen be
schouwd de registratie van al hetgeen gespaard
dient te blijven aan architectonisch schoon in
den lande.
Met Dr W. J. A. Visser, Hoold van de Rijks
dienst voor dc Monumentenzorg, had op 29
April 1947 een bespreking plaats van Voorzit
ter, wnd. Voorzitter en Secretaris, waarbij deze
kwestie uitvoerig werd overlegd. Dc inventari-
satie-staten werden aan een critisch onderzoek
onderworpen en konden begin Augustus j.1.
aan de secretarissen van de provinciale com
missies woorden toegestuurd. (De Secretaris van
dc Bond Heemschut verleende zijn medewer
king bij het doen drukken van deze staten en
van het postpapier onzer commissies).
De eerste taak onzer provinciale commissies
stagneerde zo men wil tot de ontvangst van het
benodigde drukpapier, mede enigszins tenge
volge van het algemeen papiertekort.
Verscheidene dezer commissies kwamen ech
ter reeds eerder bijeen en ontwikkelden een lof
waardige activiteit.
De hulp van onze Commissie werd in dit
jaar een zevental malen ingeroepen: n.1. tc
's-Gravenzande, voor het Barbaraklooster in
Delft, voor de Morschsingel tc Leiden, voor
Dronrijp en voor Vlieland, voorts voor Noord
gouw (Z.) en ten slotte door het Gemeentebe
stuur van Medemblik. In al deze gevallen wer
den de Voorzitter of Secretaris van de betref
fende commissie direct in kennis gesteld mei
het verzoek de kwestie Ie willen onderzoeken
en naar bevinden te handelen.
Het laatstgenoemde geval is menen wij een
novum. Het wordt door ons wel bijzonder op
prijs gesteld, dat een Gemeentebestuur zich
rechtstreeks tot de Bond Heemschut richt om
zich te doen voorlichlcn inzake een vraagstuk
dat van belang is voor het aspect van haar
hoofdstraat. Het dagelijks Bestuur van dc Bond
zond aan ons als haar uitvoerend orgaan hel
schrijven uit Medemblik toe met het verzoek
deze kwestie verder te willen behandelen. We
zullen hieraan onze volle aandacht schenken.
Wij eindigen dit jaarverslag met het uitspre
ken van de hoop, dat het volgend jaar ons mo
ge brengen de registratie van de schatten van
onze architectuur in de ruimste zin des woords,
in nauwe samenwerking met dc Rijksdienst
voor de Monumentenzorg.
Voorzitter, IR J. F. VAN HOYTEMA.
Secretaris, IR F. H. WARNAARS.
Vervolg van pag. 55 Jaarverslag).
Het gevolg is, enerzijds jubelende publicaties
en anderzijds tal van cultuuruitingen, die toch
schakels vormen in dc lccten van onze Neder
landse cultuurschat, en voor een goed begrip
daarvan noodzakelijk zijn, die dreigen verloren
te gaan.
In dit verband moge gewezen worden op het
nodeloze slopen en het moderniseren van histo
rische interieurs, hetgeen aan de orde van dc
dag is.
Helaas komen deze gevallen te weinig onder
de aandacht van de deskundigen en is het veel
al dus niet mogelijk met wijs beleid in te grij
pen.
Daarom is het zo nodig, d,at voor deze schoon
heid de ogen van zo velen mogelijk geopend
worden, opdat het waken voor deze schoon
heid een nationale deugd worde.
September 1947.
TON KOOT, Secretaris.