GIETHOORN Giethoorn! Wie kent niet dit merkwaardige dorp? Ilc had het voorrecht cr mijn jeugd door te brengen, hetgeen zeggen wil opgegroeid te zijn in een streek mcfongeschonden natuur, temidden van een bevolking met eigen karakter, in een dorp met zeer eigen sfc'èr. Voorwaar een voorrecht. Toen ik onlangs in Giethoorn vertoefde en de veranderingen zag, welke de plaats in een kwart eeuw heeft ondergaan, werd ik er weer eens aan herinnerd, dat ook in een ver van de grote steden gelegen streek de nieuwe tijd zijn stempel drukt, meer dan ons lief is. Een groot gbdeeltc van de uitgestrekte moeras sen, waar de roerdomp zich verstopte en de wulp zijn welluidende roep deed horen, de wilde orchi deeën bloeiden en het wollegras als vlokken sneeuw de velden bedekte, is ingepolderd en ver kaveld; zelfs een eendenkooi een weelde van fauna en flora werd daarbij opgeslokt. Het meer meer bij Giethoorn, het Boven Weide, is omlijst met getimmerten (zomerhuisjes enz.), de boerde rijen van het"oudste type op een enkele na ver dwenen de beide wind-watermolens ontredderd, afgebroken, de windkorcnmolen de enige in ons land waarin het koren per punter in de molen 22 werd gevaren verbouwd tot kampeerhuis, de primitieve tjaskers (wcidcmolentjcs) op een enkele na verdwenen en, tussen het groen 'van het ge boomte ziet men hier en daar nieuw gebouwde woningen, welke niet in overeenstemming zijn met de plaatselijke bouwtrant. Mijn verslag is somber; grif, geef ik het toe, maar ik vraag mij af, zijn wij Heemschutters ons wel voldoende van deze veranderingen ten kwade bewust? Verheugen wij ons niet te veel over inci dentele successen, b.v. wanneer een gevelsteen be houden blijft of een fraaie gevel van de ondergang gered wordt? Beseffen wij wel voldoende, dat in een kwart eeuw tijds vele pIajtelaudsdorp enwel ke volkomen ongeschonden waren en een eigen sfeer, enig ter'\vereld, hadden, thans hun gaafheid verloren hebben, doordat hier en daar de verbur-x gelijking binnendrong en daardoor het schone ge heel teniet deed gaan? Arm volk, dat gevoel voor schoonheid mist. Meen niet lezer, dat Giethoorn niet merkwaardig meer is; nog zijn er de bruggen en vlonders ontelbaar, gaat er de boer met een bootje uit melken, boomt de bakker zijn punter voort onder een dak van groen lover, maar het oude Giethoorn, zoals dat in mijn herinnering voort leeft, bestaat niet meer. Leiden. A. BICKER CAARTEN. Delatl van een voorgevel van een vei wenden Gteteise boerderij (Een dergelijke ts er in Gtelhoom niet meer)

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2023 | 1947 | | pagina 8