heemschut
en óe jeuqö
Tijdens de zesde Monumentendag, in 1931 te
Groningen gehouden, werd op instignatie van Dr.
G. Brouwer," bestuurslid van de Bond Heemschut, een
commissie opgericht, die de naam van „Commissie
tot bevordering van de Heemschut-gedachte onder
de Jeugd" droeg. De bedoeling van deze commissie
lag in haar naam opgeslotenzij moest contact zoeken
met de jeugd, maar ook met ouders, onderwijzers en
leiders van jeugdverenigingen, om door deze laatsten
te trachten het Heemschut-Bevoel bij de jeugd op te
wekken, en de jeugd in het streven van onze Bond
te interesseren. Om verschillende redenen werd deze
commissie toen geen commissie van „Heemschut",
maar bleef onafhankelijk van onze Bond. Enkele jaren
later veranderde zij haar naam in die van „Commissie
voor Heemkunde", wat te betreuren viel, daar daar
door haar eigenlijk doel verdoezeld werd, en de
nadruk te veel gelegd werd op wat tot nog toe slechts
■middel, en geen doel geweest was. Want zoals ik
vroeger (in een artikel „Heemkunde* en Heemschut",
in ons blad van Januari 1942) al eens uiteengezet heb,
moeten heemkennis en heemkunde, als de min ol
meer wetenschappelijke „kennis" en „kunde" van het
eigen heem, wel grondslag en uitgangspunt zijn van
.de heemschut, maar heemschut zelf gaat verder, en
beperkt zich niet tot een kennis alleen, maar stelt
voorop de wens dit alles in zijn eigen schoonheid te
bewaren. Door zich te veel op de heemkunde te
richten, verloor de commissie, die overigens veel
verdienstelijk werk deed, vooral op het gebied van
het organiseren van tentoonstellingen en het houden
van voordrachten op ouderavonden, e.d., haar oor
spronkelijk doel wat uit het oog.
Na afloop van de oorlog, waarin de commissie
tijdens de bezettingsjaren uiteraard zeer in haar werk
zaamheden belemmerd werd, kwam bij haar leden de
wens naar voren, zich te scharen achter de vaan "van
onze Bond. Besprekingen werden gehouden, waarin
onderzijds de wens naar voren gebracht werd, dat de
commissiè weer, als oorspronkelijk, de heemschut
voorop zou stellen en de heemkunde slechts als een
middel om de belangstelling van de jeugd voor het
behoud der vaderlandse schoonheid te wekken en te
versterken, zou beschouwen. De commissie heeft zich
hiermee accoord verklaard, en in de vergadering van
het Algemeen Bestuur van 14 Mei j.1. werd nu beslo
ten, de commissie, onder de wat kortere en meer
practische naam van „Commissie Heemschut en de
Jeugd", als derde Heemschut-commissie te erkennen.
Over de samenstelling van de commissie hopen wij
spoedig, wanneer enkele daartoe aangezochte personen
zich bereid hebben verklaard er in zitting te nemen
en als Voorzitter en Secretaris op te treden, nader te
kunnen berichten. De commissie beoogt te zijn een
nationale commissie, die als zodanig niet zelf plaatse
lijke, regionale of provinciale arbeid wil verrichten,
maar een algemene richtinggevende, stimulerende en
coördinerende taak heeft. Zo wil zij o.m. bevorderen,
dat het onderwijs in ons land, in zijn verschillende
geledingen, van de heemschut-gedachte en het heem
schut-beginsel zal worden doordrenkt, en er naar
streven dat ook buiten het eigenlijke schoolverband,
dus bij de jeugdbeweging, enz., de heemschutgedachte
in practische vorm tot verwezenlijking zal worden
gebracht. Het is op dit ogenblik nog niet mogelijk,
details hierover te geven, maar wij behoeven er niet
aan te twijfelen, dat de werkzaamheid van de nieuwe
commissie zich spoedig in den lande zal doen bemer
ken, en men in haar jaarverslagen zal kunnen zien,
dat zij het doel dat zij zich stelde met succes heeft
kunnen bevorderen.
J. A. Bierens de Haan,
Voorzitter Bond Heemschut.
MEDEDELINGEN.
In het nummer van Mei 1947 zijn enkele storende fouten geslopen, welke wij hterhij gaarne, rectificeren.
Op hlz. 5 in het artikel „Uit Heemschut's Ledenkring" werd vermeld, dat Het-Limburgs Landschap 80 led
telt. Dit moet zijn ruim 800 achthonderd
In de bijdrage over de ruilverkaveling op Terschelling staat „meende men, dat 't erg onnuttig was hier en daar de
weg een ander verhop te geven". Men zal begrepen hebben dat her nuttig was bedoeld.
Voor hen uit Uw kennissenkring, die sympathie hebben voor het doel en streven van onze Bond en die thans als
lid toetreden zijn nog enkele exemplaren van het eerste nummer van deze jaargang beschikbaar.
27
EEN NIEUWE HEEMSCHUT-COMMISSIE