HEEMSCHUT'8 LEDEN! 5 raad, omvattende vier Rijkscommissiën: voor de Monumentenzorg, voor de Monumenten beschrijving, voor de Musea en voor Weten schappelijk bodemonderzoek. Thans is bedacht ook 'enkele particulieren te werk te stellen. Het eerste geval was, dat aan Dr Mr J. Belonje te Alkmaar gevraagd werd, de Beschrijving der monumenten van Noord Kennemerland ter hand te nemen. De Rijksmonumentenraad verzocht mij de Be schrijving der Amsterdamsche monumenten ter hand te nemen, beginnende met de woon huizen, omdat deze het meest gevaar loopen. Wat wil dat zeggen? De „Voorloopige Lijst" vermeldt in deze groep bijna 4000. Dan zullen zeker 5000-huizen bezqcht moeten worden en al of niet beschreven, met inbegrip van veler lei soort onderzoek, zelfs opmetingen. Niet alleen de gevels, maar de'geheele huizen met plattegrond, interieur, achtergevel, tuinhuis of wat 't verder oplevert, en. historische ge gevens. i Stel 'n vijfjarenplan is wel iets van dezen tijd) 1000 per jaar, 4 of 5 dikke deelen, ieder 1000 huizen behandelende. Dat is, zomer en winter door, gemiddeld 20 huizen per week. Zou 't te volbrengen zijn? Laten we beproe ven, zoo mij de kracht daarvoor geschonken mag worden. Want waar gaat 't om? 't Amsterdammertje in de watertaxi heeft 't gezegd: ,,alsdat ze met huirlie poote deraf blijfe". Dat is te zeggen, dat de gevels, de interieurs en achtergevels en tuinen en tuinhuizen met respijt behandeld 'zullen worden. Dat de aloude schoonheid van Amsterdam op een steeds hooger peil zal komen. De „Beschrijving" dier huizen zal aan deze gedachte iets kunnen bijdragen. Febuari 1947. A. A. KOK. 'T'OEN ik een zeven jaar geleden in ons maandblad de rubriek „Uit Heemschut's Ledenkring" opende, met de bedoeling onzen lezers wat mede te deelen van wat er alzoo omging in de bij onzen Bond aangesloten ver- eenigingen, en tevens daardoor misschien ver- eenigingen met verwant doel tot nieuwe acti viteit te inspireeren, heb ik gezegd, dat ik dit voorloopig 50 maal zou doen, en dan zien of het zin had deze verslagen nog verpier voort te zetten. Nu dit getal bereikt, of eigen lijk al iets overschreden is, en het mij uit en kele particuliere opmerkingen gebleken is, dat deze overzichten door verschillende lezers wel op prijs gesteld worden en zoo dus hun doel wel bereiken, wil ik ook in ons nieuwe blad deze verslagen voortzetten. Onze leden, de aangesloten vereenigingen dus, worden daar om verzocht hun verslagen weer als van ouds aan ons secretariaat in te zenden. LVII. HET LIMBURGSCH LANDSCHAP.' Het Limburgsch Landschap bestaat nu 15 jaar en telt, naar het jaarverslag 19431945 der Stichting vermeldt, thans een 80 leden. Het bezit nu het Sarsven bij Nederweert, den Bemelerberg, een terrein in de Ravenvennen bij Velden en de Wallen van Stein, terwijl de -bekende Heimans-groeve bij Epen in erf pacht verkregen werd. Hoewel de provincie zwaar van den oorlog leed, liep het met deze bezittingen nogal goed af: de Bemelerberg leed weinig schade door den aanleg van Duitsche stellingen, meer door grintafgravin- gen der Amerikanen, maar is thans weer in f het veilig bezit der Stichting teruggekeerd. De wallen van Stein, reeds tgedeeltelijk in eigendom, zijn thans voor overname gereed; de aandacht van 't bestuur werd gevestigd op de Fossa Eugenia, een rest van een door de Spanjaarden in 1628 begonnen maar nooit voltooide kanaalverbinding van Rijn naar Maas ten Oosten van Arcen, een historisch cn landschappelijk merkwaardig object, dat men dus hoopt te kunnen verwerven.-Verder^ staat de Stichting dicht bij de verwerving van

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1947 | | pagina 7