1 Dat 't werk van Heemschut zoo vruchtdra gend kon zijn, is niet het minst te danken aan de bereidheid van een breede groep man nen uit geheel het land, om zitting te nemen in het Algemeen Bestuur en den Bond met hun deskundige adviezen te dienen. Het is te danken aan de waakzaamheid en de toewij ding van een kleine groep uit hun midden, die de dagelijksche leiding waarnam en in het bijzonder aan de strijdbaarheid en stuw kracht, gegrond op een eerlijke overtuiging en degelijke kennis, van den nu teruggetreden Secretaris, den architect A. A. Kok. Hem zijn wij allen, wien de heemschut gedachte ter harte gaat, grooten dank ver schuldigd. De uitnoodiging van het Bestuyr om in zijn ■midden zitting te nemen en de daarop vol gende benoeming door de algemeene vergade ring beschouw ik als een eervolle onderschei ding. Bepaald overrompeld werd ik door het verzoek, de oude functies van den Heer Kok over te nemen. Slechts na ahipele bespreking met den Heer Kok zelf en op zijn herhaalden aandrang, met kracht gesteund door den Voorzitter, heb ik met schroom toegestemd naast een drukken werkkring deze nieuwe taken van Bondssecretaris en Redacteur van het orgaan op mij te nemen. Ik heb gemeend daaraan de voorwaarde te moeten verbinden, dat ik terzijde zou worden gestaan door een redactiecommissie, bestaande uit een archi tect, een landschapsdeskundige en een ver tegenwoordiger van het Nationale Plan. Het stemt tot erkentelijkheid daartoe bereid te hebben gevonden de Heeren: C. W.Royaards, Dr M. D. Ozinga, A. G. M. Boost en Ir J. P. Fokker. Volkomen ben ik mij bewust niet in de voetsporen van mijn voorgangers, wijlen den architect A. W'. Weissman en van den ar chitect A. A. Kok te kunnen treden, al ware het alleen, omdat ik geen architect ben en omdat beide Heeren zulke markante stempels op hun heemschutwerk hebben gedrukt. Met de kracht der overtuiging heeft men mij duidelijk gemaakt, dat de bekwaamheid en kennis van architect geen conditio sine qua non meer is voor het waarnemen van het Se cretariaat van den Bond. Dat tijdvak immers is afgesloten, daar zijn thans deskundige com missies en officieele diensten en bureaux voor gesticht. Het pionierswerk is verricht, thans moet een nieuwe taak worden aangevat, die een meer voorlichtend en stimuleerend karak ter heeft en zich over een breeder veld uit strekt, namelijk, het Nederlandsche volk zich nog meer bewyst te doen worden, dat er een schoon Nederland bestaat en bewaakt moet worden. De opdracht is niet zoo eenvoudig uitgevoerd als uitgesproken, maar zij is aan trekkelijk en met gezamenlijke kracht uit voerbaar. Wij zullen daarbij de zeer eigen en karakte ristieke wijze van uiten, zooals wij die vari den Heer Kok hebben gewaardeerd, niet behoe ven te missen. Zeer tot verheugenis van het geheele Bestuur heeft hij zich bereid ver klaard deel te blijven uitmaken van het Dage- lijksch Bestuur en de redactie van onze boe- kenreeksen, de Heemschutserie en de Heem schutbibliotheek op zich te nemen. Op deze wijze zal hij, ongetwijfeld met Uw aller in stemming, zijn ruime ervaring en onvermoeide stuwkracht in dienst van de heemschutge dachte blijven stellen. Oude en nieuwe medewerkers, waaronder vele bekenden, scharen zich aan onze zijde. Wij rekenen op adviezen en bijdragen uit den ge- heelen en, naar wij uit ervaring weten, toe- gewijden kring van Heemschutters en gaan daarom vol vertrouwen de toekomst in met ons hernieuwde orgaan. Het is aan den oorlog en de daarmee gepaard gaande ontwrichting, beschadiging^ en ver nieling te wijten, dat er weinig bruikbare kopij van de bij onzen Bond aangesloten ver- eenigingen in voorraad was. Er is echter veel te doen, veel te signaleeren, veel onder de aandacht van een ruimeren kring te brengen. Doet het. Houdt ons op de hoogte, zendt ons Uw mededeelingen, op merkingen, laat niets Uw aandacht ont snappen. Dit betreft ik moge het herhalen de schoonheid van ons land en daaronder wil ik verstaan de oude, zoowel als de nieuwe schoonheid. Maar, doet het gefundeerd, zoo mogelijk na der toegelicht en voorzien van foto of teeke- ning, opdat onnoodige correspondentie en nog onnoodiger oponthoud worde voorkomen. Met dezen wekroep zij de rubriek „Op Heem- wacht" ingeleid. T. K.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1947 | | pagina 4