Onze Kracht DE molens, vooral de poldermolens, maken tegenwoordig weer een gevaarlijken tijd door, al doet de Vereeniging ,,de Holland- sche Molen" wat zij kan om hen te helpen. Het is daarom gelukkig, dat er juist nu een boek verschenen is, dat wel niet direct als een pleidooi voor het behoud van deze zoo ty pische Hollandsche bouwwerken bedoeld is, maar toch indirect op elke bladzijde daarvoor pleit. Het is een bijzonder fleurig boek ge worden, dat de heer'Bicker Caarten ons gegeven heeft, vlot en onderhoudend ge schreven en goed geïllustreerd, fleurig als het molenleven zelf, wanneer de wieken in den bollen wind draaien. Wat een aardige folklo ristische bijzonderheden zijn er nog in het molenaarslev ente vinden! In een historische inleiding verhaalt de schrijver van het oude windrecht en het recht van molendwang van de ambachtsheeren, vertelt ons dat er in 1328 in Lisse al een windkorenmolen bestond. Dan volgen allerlei bijzonderheden uit het mole naarsleven, in de eerste plaats van dat van de poldermolens, maar ook van dat van de houtzaag-, koren- en industriemolens, en van allerlei beroepen, die met het molenbedrijf samenhangen, als die van de molenmakers, de zeilmakers en de rietdekkers. Wij hooren over de palingvisscherij als bijverdienste van den molenaar, maar ook van zijn feesten en pol- derdagen, van de namen der molens en van de taal van hun wieken. Een bijzonder ons. Heemschutters, rakend hoofdstuk beschrijft het bouwkundig schoon der molens met hun versieringen en gevelsteenen, terwijl een slot hoofdstuk het noodige herstel bepleit van den laatsten Leidschen walkorenmolen, ,,de Valk", thans in zoo'n desolaten toestand, maar be doeld weer een sieraad der stad te worden. Wij wenschen schrijver toe met zijn 'boek te bereiken wat zijn bedoeling was: de aandacht nog eens op het zoo boeiende molenaarsbedrijf te vestigen en zoo voor het behoud der molens cok om andere dan slechts economische redenen te pleiten. B. de H. DE kracht van een vereeniging schuilt in haar leden. De Bond Heemschut behoeft zich niet te beklagen over de belangstelling en den drang tot daadkracht met betrekking tot het algemeen gewaardeerde doel, dat de Bond voorstaat. Ook de toeneming van het ledental is zeer bevredigend, vooral dank zij het groote succes van de Heemschutserie, waardoor op zoo aangename en leerrijke wijze de Heemschutgedachte wordt verbreid. Er doet zich echter een merkwaardig ver schijnsel voor. Naarmate de Heemschutge dachte meer en meer gemeengoed wordt, meer en meer instanties een deel van de omvang rijke" Heemschuttaak in haar sfeer van werk zaamheid gaan betrekken, schijnt het, dat het aantal gevallen waar opgetreden en ingegre pen moet worden, ook grooter wordt Neen, dit is geen schijn, dit is werkelijkheid! Wat wij daarvoor noodig hebben is een veel grooteren kring van warme voorstanders van Heemschut, van mannen en vrouwen, die« rnede waken voor de schoonheid van Neder land. Voor hen, in onze Statuten bekend als buitengewone leden, die een jaarcontributie betalen van tenminste 7.50, is een bijzonder aantrekkelijke taak weggelegd. Zij kunnen door hun belangstelling voor en kennis van de schoonheid van land en omgeving in hun kring de oogen openen voor het behoud van deze schoonheid. Zij zijn onze onmisbare pionnen in het edele wedspel .naar meer levensvreugde. Vaak is een enkele verwijzing naar het bestaan en het doel van den Bond voldoende om kennissen en vrienden als bui tengewoon lid te doen toetreden. Zij ont vangen dan ons orgaan en zijn gerechtigd de besprekingen en belangwekkende excursies onzer congressen bij te wonen. Met bijzondere vreugde vermelden wij hierbij de toegetreden nieuwe buitengewone leden vanaf September 1945. Wij heeten hen van harte welkom. Het zijn: Mej. E. M. M. Huijbers, Zutphen; C. Steen- berghe, Bussum; H. van Schijndel, IJssel- monde; Dr G. B. van Kampen, Almen; Mej. N. Tonckens, Bennekom; W. Brinkgreve, Amsterdam; J. C. Merens, Amsterdam; C. Postma, 's-Gravenhage; J. Th. Bosman, R A. BICKER CAARTEN Molenleven in Rijnland Bijdrage tot de kennis van het volksleven in de streek rondom Leiden. Leiden. Sijthoff 1946

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1947 | | pagina 16