RUILVERKAVELING
OP
TERSCHELLING
8
J^EEDS in 1942 heeft de vereeniging tot be
houd van Natuurmonumenten in Neder
land, in hare actie gesteund door den 'Bond
Heemschut, duidelijk hare bedenkingen tot
uiting 'gebracht tegen de bestaande plannen
voor rudverkaveling op Terschelling. Sedert
dien is er, alhoewel alle voorbereidingen ge
troffen waren en er reeds een begin was ge
maakt met de ten uitvoerlegging, van de ver
dere uitvoering van het werk nagenoeg mets
meer gekomen.
Deze omstandigheid, tezamen met den bij mij
gevestigden indruk, dat het ernstig en ge
grond protest van deskundige zijde bij de be
slissende instanties meer weerklank vinden
mocht dan onder de toenmalige omstandig
heden tot uiting kon komen, wekte bij mij zeer
v hoopvolle verwachtingen ten aanzien van een
na-oorlogsche herziening der ruilverkave-
•lingsplannen, welke echter tot nog toe niet
bewaarheid mochten worden.
Wel vernam ik, dat de Contact-Commissie
voor natuur- en landschapsbescherming er
thans wederom bij den Minister op heefpaan-
gedrongen, alsnog de tegen het project inge
brachte bezwaren gehoor te willen verleenen.
Deze kwestie is juist daarom'ook voor Heem
schut van- zoo ver strekkende beteekenis, orn
aat het hier niet alleen gaat om een op zich
zelf staande schending van het landschap,
maar om de aantasting van het levende ver
band, dat hier nog bestaat tusschen mensch
en ding in harmonie met de natuur.
Deze ruilverkavelingsplannen tasten niet al
leen op onaanvaardbare wijze de zoo natuur
lijk ontwikkelde en organisch gegroeide struc
tuur van het land aan, maar uiteraard alles
wat hiermede in eén grooter verband tezamen
hangt.
De historische ontwikkeling van den Ter-
schellinger-polder spreekt zich m' het be-
bcstaande nog duidelijk uit. De weg, die West
met Oost verbindt, vindt zijn oorsprong in een
strandwal, welke zich naar men aanneemt,
reeds enkele eeuwen voor 't begin onzer jaar
telling gevormd heeft.'
Deze wal, waarop ook de dorpen ontstonden
is thans ongetwijfeld een belangrijk monu
ment; i Midsland, Landerum, Formerum,
Liest, Hoorn en Oosterend vormen ieder op
zich zelf een eenheid, allen tezamen en ieder
afzonderlijk sterk gebonden aan de structuur
van den weg. Daar de boerderijen het be-
dnjfsgedeelte van den weg afgekeerd heb
ben, terwijl de dorsch-deuren veelal in den
langsgevel op het Oosten zijn' gesitueerd, is
ei een systeem van zijwegen ontstaan, van den
hoofdweg af, die langs en achter de boer
derijen omloopen. De waterscheidingen in
den polder, tusschen woonwal en dijk, .zijn
ten deele de oude slenken, de natuurlijke af
wateringsstroompjes. Als men lands de be
staande wegen loopt, dan treft steeds weer
het sterk rhythmisch verband der huizen on
derling en ten opzichte van den weg, stap
voor stap wisselt het beeld en is 't verrassend
mooi.
Bij het verharden van den hoofdweg, waartoe
men eerst in 't jaar 1910 is overgegaan, meen
de men, dat 't erg onnuttig was hier en daar
den weg een ander beloop té geven en eenige
bochten af te snijden. Het droevige resultaat
i