16
BOEKBESPREKING
Ir -P. Bakker Schut en Dr Ir F. Bakker Schut. Planologie. Van uitbreidings
plan over streekplan naar nationaal plan. Noorduyn's Wetenschappelijke Reeks,
Gorinchem, 1944.
Het woord „Planologie" is wel een van de slechtste neologismen van den tegen-
woordigen tijd. Indien het iets beteekenen kan is het dit: de kunst van het ver
dwalen (Griêksch „planeïn"); planologie in den zin van de wetenschap van het
plannenmaken is taalkundig een even erg monstrum als het woord „ijstaria" dat
men tegenwoordig wel op snoepwinkels in volksbuurten lezen kan. Het is daarom
jammer dat de Heeren BAKKER. SCHUT deze taalverknoeiïng weer gesanctioneerd
hebben in den titel van hun boekje. (Waarom niet b.v. „bestemmingskunde" of
„ordeningskunde", daar toch de bestemming van den bodem of ruimtelijke,ordening
het object van deze wetenschap is?) Hoe dit ook zij, het boekje zelf verdient alle
lof om het helder overzicht dat het geeft over al wat zich bij die ruimtelijke
ordening voordoet. Na een inleidend hoofdstuk over vroegeren stadsaanleg en
rationeele stadsuitbreiding (in ons land Elburg, Willemstad, Coevorden) worden
de administratieve en organisatorische grondslagen van deze ordeningen besproken,
waarna achtereenvolgens het uitbreidingsplan (in 1921 bij de wet erkend), het
streekplan (van 1931) en het nationale plan (van 1941) in hun strekking en onder-
lingen samenhang behandeld worden. Hierbij worden achtereenvolgens de ver-
schjllende elementen ervan (wonen, werken, ontspanning, verkeer) besproken en
met statistische gegevens toegelicht. Het is onmogelijk in een klein bestek een
samenvatting te geven van den rijken inhoud van deze hoofdstukken; wat mij bij
het lezen vooral trof was de overeenstemming van de idealen dezer nieuwe
steden- en landordenaars met veel, wat reeds door onzen Bond van zijn oprichting
af is nagestreefd, zoodat de kennisneming van dit werkje iederen heemschutter
warm aanbevolen moge worden. J. A. B. DE H.
CONTRIBUTIEVERHOOGING.
Per circulaire werden de leden in kennis gesteld van het besluit der Algemeene
Vergadering 1946, dat de contributiën van de leden en buitengewone leden ver
hoogd zullen worden. Dit sluit in een wijziging van het huishoudelijk Reglement,
waarvan artikel 6 (eerste en tweede lid) zal luiden
„Gewone leden betalen een jaarlijksche contributie van minstens f 10.
„Buitengewone leden betalen een jaarlijksche contributie van minstens f 7.50 of
eene bijdrage ineens van f 75.
Voor contributiebetalingen wordt nog eens vermeld dat dit kan geschieden
op de postgirorekening van den Bond Heemschut, No. 124326 of op de
rekening van den Bond Heemschut bij de Nederlansche Middenstandsbank
te Amsterdam.