15
RIJKSZORG VOOR ONS LANDSCHAP
In den oorlog heeft ons landschap zwaar geledenhet herstel ervan is opgedragen
aan den Rijksdienst voor Landbouwherstel.
Onder Voorzitterschap van een der Directeuren is ingesteld een Commissie van
overleg voor het landschapsherstel"waarin vele deskundigen zitting hebben. De
Commissie zorgt o.a. voor eventueele financieele bijdragen, de-distributie en het
doen aankweeken van plantmateriaal, en kan opdracht geven tot de samenstelling
van een wederopbouwplan. Hiervoor zijn aangewezen een aantal supervisoren in
het geheele land. De directe leiding berust bij Dr Ir J. T. P. BIJHOUWER en
Ir G. A. ÖVERDIJKINK.
Voor de meer theoretische zijde van het vraagstuk heeft de Minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen eenigen tijd geleden ingesteld een Voorloopigen
Natuurbeschermingsraad. Deze bestaat uit de HeerenMr Dr E. J. BEUMER,*) Voor
zitter, Prof. Dr G. J. VAN OORDT, Ondervoorzitter, Jhr. Mr M. VAN DER GOES
VAN NATERS, Secretaris; H. CtEYNDERT, H. MANDERS, Dr Mr P. G. VAN
Tienhoven en Prof Dr Th. Weevers, leden.
Tevens hebben ambtshalve zitting de Directeuren van Staatsboschbeheer en
van het Bureau van den Rijksdienst voor het Nationale Plan, Adjunct-Directeur
is Ir W. G. van der Kloot.
.In aansluiting hierop wordt ons van officieele zijde medegedeeld, dat hiermede
tegemoet wordt gekomen aan den wensch van vele natuurliefhebbers, de Regeering
terzake te doen adviseeren door een lichaam, dat zich de behartiging van ons
natuur- en landschapsschoon ten doel heeft gesteld. De taak van de adviseurs
voor de natuurbescherming, van de vogelwetcommissie inzake de vogelwet 1936,
welke de Regeering slechts officieus van advies dienden, alsmede van de Commissie
van advies inzake de monumenten van het Staatsboschbeheer wordt door den
voorloopigen raad overgenomen.
Tot de werkzaamheden van den voorloopigen natuurbeschermingsraad behoort
voorts de voorbereiding van een wetsontwerp tot de bescherming van de natuur
en van het landschapsschoon. Hiermede zal worden gestreefd naar het samenvatten
van de bestaande wetten op het gebied van de natuurbescherming in 'één wet,
naar een wettelijke regeling van de bescherming van onze flora en naar het vaststellen
van richtsnoeren voor het beheer van de Rijksnatuurreservaten. Ook zal worden
getracht de nieuwe vogelwet als een afzonderlijk deel in de nieuwe wet onder te
brengen, en wel in overeenstemming met de nieuw te ontworpen Jachtwet.
Zoo gaan we^ weer vooruit. Alle eer aan het initiatief van de Regeering, die in
een dergelijken zorgvollen tijd ook aandacht schenkt aan de schoonheid van ons
landschap. In de Troonrede stond hierover voor de eerste keer een passage.
y
Kort geleden ontvingen wij het droeve bericht, dat de Heer BEUMER, tevens ijverig en bekwaam
Bestuurslid, overleden is.