I 64 VERSLAAG VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN DE COMMISSIE „DE WEG IN HET LANDSCHAP" (W. I. L.) VAN SEPTEMBER 1943 TOT AUGUSTUS 1944 De omstandigheden, welke onze Commissie reeds in-de vorige jaren hebben genoodzaakt, hare activiteit te beperken, zijn in het afgeloopen verslagjaar eerder toegenomen dan verminderd. Er hebben zich daardoor ook slechts weinig gevallen kunnen voordoen, waarbij ons advies werd ingeroepen. Wij waren daartoe nog in de gelegenheid betreffende de eventueel wenschelijke beplanting van een gedeelte van een provincialen weg in Noord-Brabant, over welke aangelegenheid nog verder overleg gaande is tusschen den Provincialen Waterstaat en de Landschaps-Commissie van het Noord-Brabantsch Landschap, zoodat deze zaak in goede handen is. Voorts over de mogelijkheid van het sparen van boomen bij den aanleg van een rijwielpad langs een der Rijkswegen in Noord-Brabant, waarbij wij op de volledige mede werking van den Hoofdingenieur^ van den Rijkswaterstaat in die provincie blijken te kunnen rekenen. Verder werd ons advies ingeroepen door den Provincialen Planologischen Dienst in Limburg over de al of niet-wenschelijkheid van beplanting van enkele verkeers- en landwegen,wat met h#et oog op het algemeene land schappelijke aspect van de betrokken streek van belang is te achten. In gevgllen waarin onze raad werd gevraagd betreffende het noodgedwongen kappen van laanbeplantingen hebben wij geadviseerd zich met eeyn volledige specificatie te wenden tot den Directeur van het Staatsboschbeheer, aangezien het in 'sommige gevallen gebleken is zijn nut te kunnen hebben, pogingen aan te wenden bepaalde boomen of beplantingen te behouden. De Secretaris was, als vertegenwoordiger van den Bond Heemschut en van onze Commissie in de Commissie voor Landschapsschoon in .Hollands Noorderkwartier, in de gelegenheid zijn medewerking te verleenen aan pogingen tot het behoud van de dorpsslooten in verschillende gemeenten in Noord-Holland boven het IJ. Het is van algemeeneN bekendheid, hoe deze dorpsslooten tot de schoonste en meest karakteristieke elementen van de, juist door hunne aanwezigheid zoo typische, Noord-Hollandsche dorpen gerekend moeten worden, en dat zij daardoor, in al hun eenvoud en bekoorlijkheid als werkelijk nationale waarden zijn te be- schoywen. Tevens heeft de ervaring helaas geleerd, dat door de dorpsbewoners zelf hun behoud in vele gevallen niet voldoende op prijs vyordt gesteld, en dat terwille van al of niet vermeende verkeerseischen soms lichtvaardig tot demping der dorpsslooten wordt besloten, zonder dat voldoende de mogelijkheden van andere oplossingen onder het oog worden gezien. Daar komt nog bij, dat vóór dat tot het dempen wordt besloteh, er ook vaak geheel onvoldoende aandacht aan wordt besteed, hoe^ door de vaststelling van een goed dwarsprofiel van den te sterk verbrCeden weg, door het stellen van behoorlijke welstandseischen wat betreft aard en bouwwijze der, langs zulk een verbreeden weg a.hrw. automatisch verrijzende, de -zoo karakteristieke oude behuizingen wegvagende, nieuwe huizen, door het aanbrengen van beplantingen, enz. getracht kan worden, het nieuw te ontstane dorpsbeeld tenminste zoo goed mogelijk te verzorgen en te herstellen. X

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1944 | | pagina 5