29
klauwstukken als overgang, waardoor een .verhoogde halsgevel" ontstond. Onder de
klauwstukken werden twee oeils-de-boeuf aangebracht, die juist waren gevonden bij
het uitzoeken van de Gemeentelijke bouwfragmenten op Frankendael. Deze koe-
oogen werden door de Gemeente Amsterdam tegen een kleinen aankoopprijs be
schikbaar gesteld. In den gevel werd het jaar van de herstelling vastgelegd door het
aanbrengen van een stuk zandsteen met inschrift.
De ramen waren te leelijk van vorm om te behouden en werden daarom vervangen
door nieuwe met een kleine glasruitindeeling. De vaststelling van de roedeverdeeling
in de ramen is niet zoo eenvoudig als 't er uit ziet. Wanneer tenslotte 'de goede ver
deeling is gevonden, is 't heel eenvoudig! Voor de vroegere luiken, waar nu licht
noodig was, moest iets toegegeven worden; men ziet daar nu luiken met glasruitjes.
De buitendeur was geen sieraad. Hiervoor in de plaats werd aangebracht een fraaie
oude deur in Lodewijk XVI-stijl met bijbehoorend snijraam, afkomstig van een huis
aan de Damstraat te Haarlem, hetwelk eenige jaren geleden werd afgebroken voor
straatverbreeding. Aan den nog aanwezigen bout in het gevelpenant werd wederom
een oude lantaarnarm met nieuwe gevellantaarn aangebracht. Oogenschijnlijk zou
men zeggen, dat deze lantaarn bij hijschen getroffen zou worden; dit is niet het geval,
omdat het terrein geert en de hijschbalk die met het dak en de nok gericht is
scheef op den gevel staat. Zoo werd deze gevel in eere hersteld.
De buitendeur binnengaand komt men in een smal voorhuis met aan weerszijden
deuren in laten Lodewijk XV-stijl met fraai snijwerk versierd. Daarop sluit zich een
smalle gang aan, eveneens met sierlijke deuren. Aan het einde van deze gang, toe
gang gevende tot de „zaal" van het huis, is een deur die een voorbeeld vormt van
de voortreffelijke houtsnijkunst uit dien tijd. In het bovengedeelte van deze deur is een
fluitspeler gesneden, zoo fraai, dat gezegd kan worden, dat ons te Amsterdam geen
ander dergelijk voorbeeld bekend is. De deuren aan weerszijden in de gang moeten
den binnenkomenden gast het beeld geven van een dubbel koopmanshuis. De wer
kelijkheid is, dat de deuren aan de eene zijde toegang geven tot de kamers en die
aan de andere zijde tot eenige muurkasten. De wanden van voorhuis en gang, de
plafonds en de onderkant van de trappen zijn bekleed met prachtig stucwerk, in laten
Lodewijk XV-stijl, met uitermate vlak relief. Dit stucwerk verkeerde in een verwaar
loosden toestand en was in den loop der jaren tallooze malen overgewit, waardoor de
lijsten vormloos en het ornament onzichtbaar geworden was. Nu dit stucwerk met
groote zorg door vaardige hand van de lagen witkalk is ontdaan en hersteld, komt
de pracht ervan duidelijk naar voren De wanden zijn ingedeeld in vakken met, op
merkelijk voor dien tijd, platte lijsten. Boven de deuren zijn voorstellingen van een
adelaar, sterrekundige instrumenten en dergelijke, met ornament van ijspegels, dat
reeds doet denken aan den Lodewijk XVI-stijl. In de voorkamer is een eenvoudig
geschilderd doekplafond, dat deugdelijk hersteld werd; een geschilderde lambrizee-
ring werd uitgevoerd naar een aanwezig voorbeeld in het huis. Deze beschildering
moet men in verband brengen met den wensch, bij de inrichting van dit benepen
huis, de verlangens te vervullen, om er alles in te maken, wat een flink koopmanshuis
had. Daarom een uitermate smalle gang met platte lijsten, kleine kamers, geschilderde
en geen uitstekende lijsten aan muren en lambrizeeringen. De deuren naar de ach
terkamer en de schoorsteenmantel zijn ingebrachte bouwfragmenten uit den oudhe-