OUD EN NIEUW (BLOKZIJL) Het oude stadje, eens aan zee gelegen, staart over 't nieuwe, drooggeloopen land, de nering is geknakt, de kade uitgestorven, de vaart is stilgelegd, de haven is verzand. Voor kort nog waren er de schepen en decgolven, de stuwing van den wind, de tintling van het licht; nu breidt zich troostloos slib, zoover het oog kan reiken, de bakens zijn gedoofd, de sluizen blijven dicht. De visscher mokt om wat hem werd ontnomen, de schipper zucht; zij zitten in den val, hun vrijheid leeft op het bewegend water en sterft wanneer zij wordt gebonden aan den wal. Maar met dat al: zij kunnen zich verplaatsen, er blijft voor hen nog brood, al zijn de tijden slecht, hun vak heeft overal zijn eigen moog'lijkheden, hun kans is hier voorbij, zij kunnen ginds terecht. Doch 't oude stadje, 't draagt den stempel der traditie, het is wat stijf en van een oud geslacht wat heeft dat nog te bieden aan het nieuwe, dat brak met alles wat zijn voorspoed bracht? Is ook zijn kans voorbij en dient het weg te kwijnen? is er voor zijn bestaan geen redding en geen hoop? moet het dan uitgebluscht en op den duur vervallen, vergeten staan te wachten op de sloop? Neen! 't dient met zorg te worden onderhouden, 't heeft wat te zeggen aan den nieuwen tijd, zijn stijl toont juist gevoel voor maat en voor verhouding, het schept een sfeer van rust en ingetogenheid. Met zijn geschiedenis geworteld in 't verleden is het een rustpunt in het wijde land, waar 't jong geslacht, onstuimig en voortvarend, zich nieuwe toekomst schept met vaste hand. En op den Zondag, als zijn ranke klokketoren ter kerke roept de werkers van het veld en aandacht vraagt voor hoogere belangen, dan die de werkweek hen voor oogen stelt, dan stemt zijn stille omgeving tot den eerbied, die noodig is om samen te verstaan den diep'ren zin van 't leven en de dingen, waarin het oude en 't nieuwe samengaan. Februari 1944. .M. M.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1944 | | pagina 4