103
JAARVERSLAG VAN DE COMMISSIE „HET DORP"
uitgebracht in de algemeene vergadering op 3 September 1943 in het
Stedelijk Museum te Amsterdam
In het afgeloopen vereenigingsjaar bleven belemmerende omstandigheden een ver-
tragenden invloed op het werk der commissie uitoefenen. Zoo vond de samenstelling
van een foto-verzameling, betreffende het dorpsschoon niet dien voortgang, welke men
zich aanvankelijk had voorgesteld. Evenmin kon door de verminderde reismogelijk
heden gevolg worden gegeven aan de behoefte om in verschillende plaatsen in het
land dorpen te bezoeken, waar dorpsschoon behouden bleef, dan wel dreigde te
worden aangetast.. Onder deze omstandigheden gaf de commissie gaarne uitvoering
aan het voorstel van Dr Ir W. C. Klein, een enquête uit te schrijven, waardoor een
indruk zou worden verkregen omtrent aard en karakter van het aanwezige dorpsschoon,
alsmede omtrent de aantasting daarvan. Hierbij werd de medewerking gevraagd en
in vele gevallen ook verleend van de verschillende organisaties en personen, wier
werkzaamheid of belangstelling op dit terrein ligt. In het bijzonder dient daarbij de
medewerking te worden vermeld van de Prov. Vereeniging tot bevordering van het
Vreemdelingenverkeer in Drente, ;welke daadwerkelijk medewerkte om hare leden in
die provincie tot deelneming aan de enquête op te wekken. Het enquêteformulier
vraagt in het bijzonder de aandacht ten aanzien van het dorpssilhouet, straten, pleinen,
woningen, boerderijen, beplantingen, welke het eigenlijk karakter van het dorp be
palen.'Daarnaast worden inlichtingen verzocht omtrent woningblokken, fabrieken,
hoogspanningsleidingen, hoenderparken, benzinestations, schuttingen en de mate,
waarin zij het dorpsschoon aantasten. Waar deze aantasting nog slechts tot een be
dreiging werd, wordt uit den aard der zaak melding verzocht, terwijl bij reeds
plaats gevonden hebbende ontsiering zoo mogelijk middelen ter verbetering kunnen
worden aangegeven. Reeds aanstonds is uit de inmiddels binnengekomen formulieren
gebleken, dat een zakelijke en juiste berichtgeving omtrent al deze factoren minder een
voudig is dan men zich voorstelt. Vertrouwd wordt, dat de enquête echter toch ten aan
zien van vele factoren, welke bij het dorpsschoon betrokken zijn, van waarde zal blijken
te zijn. Door de bijzondere tijdsomstandigheden bleef het aantal gevallen, waarin door
verbouwingen en-veranderingen dorpsschoon werd aangetast, gering; enkele gevallen,
welke ter kennis kwamen, werden in behandeling genomen. De klokkem ordering
schaadde niet zelden de innerlijke schoonheid van verschillende dorpen. Inmiddels
dient wel rekening te worden gehouden met het feit, dat zoodra normaler omstan
digheden zijn ingetreden het aantal „aanslagen" op de schoonheid van menig, dorp
zal toenemen, zoodat dan dubbele waakzaamheid geboden zal zijn.
Kon in het vorig jaarverslag melding worden gemaakt van een rijwieltocht, door
eenige leden van de commissie ,-,Het Dorp" in Amstelland en Vechtstreek ondernomen,
ter bestudee'ring van het dorps- en landelijk schoon, de waarnemingen daar verricht,
gaven voedsel aan de idee op deze behouden schoonheid in breeder kring de aandacht
te vestigen, namelijk door het houden van een tentoonstelling over deze gebieden.
Deze gedachte werd aanvaard door de commissie voor Heemkunde van de gêmeente
Amsterdam. Aan de uitnoodiging, om op die tentoonstelling, welke tot naam kreeg
„Amstel, Vecht, Zaan" en gehouden wordt in het Stedelijk Museum hier ter plaatse,