bebouwing in scheeve projectie er op, en de kaart van 1625, die geheel als plattegrond
is geteekend. Zoowel Cornelis Anthoniszoon als Pieter Bast moesten de boomen
langs de grachten wel weglaten, omdat zij anders de bebouwing met konden laten
zien. Evenzoo is het denkbaar dat Berkheyde de bocht van'de Heerengracht m 1685
zonder boomen schilderde, omdat zijn opdrachtgever (s) de bebouwing wilde(n) toonen.
In dit verband is nog vermeldenswaard, dat Wagenaar in deel II van zijn bekende
boek over Amsterdam (1755) op pag. 68 schrijft, dat de stad door vele breede en
smalle grachten is doorsneden; \oor de huizen waren veelal lindeboomen geplant tot
in de vorige eeuw. Lqter zijn deze door iepen vervangen. Letterlijk staat er: „Tot
verversching en sieraad der stad en tot gerijf der handeldrijvenden en andere inge
zetenen, is dezelve doorsneeden met veele breede en smalle graften, welker meesten en
voornaamsten eertijds en zelfs nog in de voorgaande eeuwe, aan de waterkant, en op
eenige plaatsen ook voor de huizen met Lindeboomen bezet waren; doch nu meest
met Ypenboomen bezet zijn."
Het is derhalve zeer waarschijnlijk, dat betrekkelijk kort na den aanleg, de grachten
met boomen waren beplant, te meer omdat de boombeplanting zoo karakteristiek is
ook voor den grachtenaanleg in andere Hollandsche steden. De harmonie tusschen
water en bruggen, de architectuur der huizen en de boomen aan de grachten, welker
zware kruinen in het stille water weerspiegelen, brengen met elkaar die bijzondere
sfeer en geven die stemming, waardoor stedeling en landgenoot zoo sterk worden ge
troffen en Amsterdam tot ver buiten de landsgrenzen bekend is.
Het schilderij van Berkheyde van de bocht van de Heerengracht zonder boomen