29
vormden zijn er niet beter op geworden; een enkele bewoner deed zijn huis afstoo-
tend leelijk verven in felroode kleur. Maar ook een aantal gevels, zeker een vijftal
langs de Voorhaven zijn keurig en met zorg gerestaureerd, wat er op wijst dat er
kentering is in het wanbegrip van de aantasting der schoonheid. Dè eerste kennis
making met den vasten wal is de straat. De vroegere baksteenen straat met de ge
zellige stoepen is afzichtelijk geworden. De stoepen zijn geworden tot voetpaden
van cementen tegels met betonnen randen. Het midden van de straat is met as-
phalt bedekt, zoo bolrond, dat 't bij nat weer glibberig is. Toch is dit geen bezwaar,
want in de straten rijden nagenoeg geen wagens of auto's, want juist toen de stad
modern geasphalteerd was, legde de Provincie een grooten nieuwen weg aan langs
de stad. Daar gaan de auto's nu langs en de inzittenden zien Edam van den bui
tenkant, van de zijde die 't minst geschonden is, doordat de vestinggracht nog
compleet aanwezig is. V^e missen de poorten die bij ons eerste bezoek nog aan
wezig waren, evenals te Monnikendam. In beide steden zijn sedert 1875 alle stads
poorten verdwenen omdat ze niet meer noodig waren.
Ons eerste bezoek geldt de kleine kerk van Edam met den speeltoren. De toren
jubelt ons reeds van ver tegemoet en ziet er keurig uit. Maar de kerk is weg. Die
was na ons eerste bezoek niet meer noodig en omdat men in Waterland alles wat
overbodig is opruimt, werd de kerk afgebroken. De buitendeuren staan nu in het
trapportaal van het Rijksmuseum te Amsterdam om ervan te kunnen leeren hoe
men een echte deur maken kan. Met de Groote Kerk, de St Nicolaaskerk, is 't
beter gesteld. Deze was den vorigen keer in jammerlijk onderkomen toestand en
is nu keurig en goed verzorgd. Zelfs de dertig groote glasramen zijn gerestaureerd
en vormen een tentoonstelling van glasschilderkunst uit de 17e en 18e eeuw.
Op het Damplein staat de kaasbeurs s(edert vele jaren leeg. Wie had kunnen droomen
dat te Edam de kaasbeurs te niet zou gaan ondanks de Edammer kaas. Daar moet
verandering in komen. Daar moet weer leven in de beurs en op het marktplein
komen. Het Raadhuis is aan de buitenzijde nog even keurig als vroeger, maar
binnen is 't heel anders geworden. Bij ons bezoek in 1875 was het stucwerk door
een dikke laag witkalk niet zichtbaar en verkeerden de schilderijen en meubelen in
slechten staat. Nu is alles geurig in orde en er zwaait iemand den scepter die pro
per" is, want de vloeren dr(agen een zandtapijt, met een breeden bezem in duinzand
op de marmeren en witte houten vloeren geteekend.
Bij het verlaten van de stad langs de Voorhaven trekt het onze aandacht dat de
schoone hagen en heesters van weleer verdwenen zijn en vervangen door een
schutting van betonnen palen en planken, die niet alleen leelijk is, maar ook het
uitzicht beneemt. Ook de Gothische grenspaal die daar ,wel vijf eeuwen stond, is
weg. Dat kwam omdat hagen en heesters krom en betonnen schuttingen recht
zijn. Daardoor stond de grenspaal in den weg en moest weg.
Een zeiltocht langs den dijk leert ons dat deze bekleed is met vele en groote
keien. Daar zijn er bij groot en rond, flinten, gegroeid in het Gooi, de kleine nog
jong, de oude groot. Als ze eenmaal uit het Gooische zand weggehaald zijn en tot
keien geworden zijn, groeien ze niet meer. Maar er zijn ook steenen bij die door
's menschen hand bewerkt zijn, sommige keurig vlak gehakt en met inschriften van
,,hier leyt begrave". Hier doen de steenen charters practischen dienst. Over den