r:,L HEEMSCHUT
MAANDBLAD VAN DEN BOND HEEMSCHUT
I
WAT HEEMSCHUTS AANDACHT HAD
We zijn er weer! Het heeft geen zin verslag te doen van de moeilijkheden die over
wonnen moesten worden, sedert de sluiting van de drukkerij die het Maandblad van
den Bond Heemschut ruim 19 jaren-achtereen drukte, om weder een blad te hebben.
Maar 't is er weer, met behoorlijk papier, dezelfde letters, denzelfden omslag, zelfs
met de invulkaart erin, die nu niet ongebruikt mag blijven! De molens vroegen
dezen keer bijzondere aandacht, In vrijwel elke bestuursvergadering komen een of
meer molens aan de orde, veelal op voorstel van den Heer Jhr Mr F. L. J. van
Rijckevorsel. Dat komt dan in den regel erop neer, dat de Bond Heemschut een kleine
bijdrage geeft ter aanmoediging voor de herstelling. Veel meer kan Heemschut niet
t doen. Maar de Vereeniging de Hollandscne Molen doet wel meer. Dit bleek uit het
jaarverslag dat werd uitgebracht in de plaats gehad hebbende algemeene vergade-
ring van deze. vereeniging, waarin vermeld werd dat alleen in het jaar 1942 een
vijftigtal molens werden verbeterd of jveder in gebruik gesteld. Nog nooit is zooveel
aan de molens gedaan. .Twintig jaar geleden leek de molen verloren in den onge-
lijken strijd met de electriciteit. Geleidelijk werd gewonnen door de verbetering van
den molen, van de wieken, de maalinrichting, de pompen en zooveel meer. De
molenmaker A. J. Dekker te Leiden maakte de eerste werkelijke verbeteringen en
anderen volgden of verleenden hun wetenschappelijke medewerking. Thans heeft de
molen den wind mede door den kosteloozen wind die geen kolen noodig heeft om
te waaien. Maar er is iets waar nu de aandacht op gevestigd dient te worden. Dat is
de aesthetische zijde van het geheéle vraagstuk van den molen. Toen, vóór het be
staan van de Vereeniging dé Hollandsche Molen, de- Bond Heemschut de molens
deed, was het vraagstuk louter van aesthetischen aard. De vereeniging heeft de mo
lens gered,, behouden en hersteld, langs den technischen weg. Nu dient de aesthetische
zijde weder naar voren te komen en vlug, vóór het te laat is. Want nu de molens
weder gebruikt.worden en niét geheel op de gemoedelijke wijze van weleer, is het
opmerkelijk hoe zij ontsierd "worden, de een door een daarnaast gebouwde daklooze
kist voor een pomp, motor of zooiets, de andere door een aangebouwd pakhuis of
woonhuis dat er niet bijpast, door reclameborden, door glimmende of geverfde wieken,
door wieken die leelijk van vorm zijn. Het ergst zijn wel de gevallen, waarbij de
molenberg vervangen werd door een pakhuis zonder dak en met een armelijk hekje
erlangs, waarvan in het vorig nummer een afbeelding gegeven werd. Het is thans
dringend noodig dat iets ondernomen wordt, want wat baat het of de molens be
houden worden en ze worden blijvend ontsierd.
Secretaris A. K.