35 ONTSIERENDE RECLAME IN NOORD-BRABANT De Commissaris der Provincie Noord-Brabant zond aan de Burgemeesters van deze .provincie een missive, vervat in het Provinciaal Blad van Noord-Brabant no. 5, 1943", waarin het vraagstuk der ontsierende reclame onder de aandacht gebracht wordt, speciaal in de bebouwde kommen der gemeenten. Aan Heeren Burgemeesters der Gemeenten in Noord-Brabant. Gelijk U bekend is, heeft het behoud van het Noord-Brabantsche landschapsschoon steeds dé'bijzondere aandacht gehad van het provinciaal bestuur. Een der daartoe te baat genomen middelen is de verordening tot regeling van reclame op of aan onroerende goederen (Provinciaal Blad 1935 no. 89), waardoor ontsiering van het landschap wordt tegengegaan. Daarmede is bereikt, dat het euvel der ontsierende reclame buiten de bebouwde kommen feitelijk is onderdrukt. Zeer sporadisch wordt de verordening nog overtreden, maar dan blijft vervolging niet uit. Ontheffing der verbodsbepalingen wordt slechts verleend, nadat de provinciale commissie tot be scherming van natuurschoon is gehoord, en deze commissie geeft zich alle moeite om dubieuze gevallen ook ter plaatse te onderzoeken. De werking van deze verordening strekt zich evenwel niet uit over de kommen der gemeenten. Vele plaatselijke besturen hebben hetzij uit'eigen beweging, hetzij op voetspoor van de provincie, voorzieningen getroffen om ontsiering van gemeentelijke kommen door reclame zooveel mogelijk te voorkomen. In een aantal gemeenten is dit echter nagelaten, in andere worden de betrokken bepalingen niet voldoende gehandhaafd. Voor zoover noodig doe ik daarom een beroep op U, zoo veel als in Uw vermogen ligt te waken tegen schending van het straatuiterlijk, door óf nauwlettend de desbetreffende plaatselijke voorschriften toe te passen óf, zoo zulke voorschriften mochten ontbreken, alsnog de vereischte maatregelen te treffen. Het is wenschelijk, dat de algemeene politieverordening bepalingen bevat betreffende ontsierende reclame, analoog aan die, welke voorkomen in het model eener algemeene politieverordening, samengesteld door een commissie uit de afdee- ling Noord-Brabant van de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten (art. 128). Bij de toepassing van deze plaatselijke voorschriften waren de richtlijnen te volgen, gegeven in de circulaire van de Gedeputeerde Staten van 5 October 1938 (Provin ciaal Blad nr. 66), waarin van de Gemeentebesturen krachtige medewerking werd gevraagd bij de uitvoering van de provinciale reclameverordening. Het komt mij nuttig voor deze circulaire hier ten deele te herhalen. De Provinciale Noord-Bra bantsche Commissie ter bewaring en bescherming van natuurschoon heeft ons het volgende geschreven: Bij de beoordeeling van aanvragen om ontheffing van het reclameverbod als bedoeld in de Provinciale Reclameverordening 1935 heeft het onze aandacht getrokken, dat menig gemeentebestuur, te dezer zake gehoord, on voldoende rekening houdt met de strekking van die verordening. Die verordening heeft ten doel de ontluistering van het landschap te voorkomen en de verleelijking van gebouwen, wegen en buurtschappen tegen te gaan. Staat vast, dat een bepaal de reclame-vorm leelijk is, dan zal die derhalve naar ons inzicht nergens zijn toe te laten, ook niet indien een gemeentebestuur ten deze een gunstig advies uitbrengt.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1943 | | pagina 13