DE TOEKOMST VAN ONZE WINDMOLENS
15
Het zag er ten tijde van de oprichting
van de Vereeniging „De Hollandsche
Molen", nu juist twintig jaar geleden,
slecht uit met het behoud van onze
windmolens. De opvatting dat het
economischer en tevens gemakkelijker
is mechanisch dan met windkracht te
malen, vond steeds meer ingang, met
het gevolg, dat er zeer veel molens
werden stilgezet. Het buiten bedrijf
stellen van molens heeft bijna steeds
slechte gevolgen, want het nood
zakelijke onderhoud vindt dan niet
meer plaats, zoodat na verloop van
tijd de molens wegens bouwvalligheid
geheel of gedeeltelijk worden gesloopt.
De afbraak van molens nam toen
een schrikbarenden omvang aan, lei
dende tot geestelijke en stoffelijke
verarming van ons land; immers
jaarlijks verdwenen meer dan honderd
molens en ingrijpende herstellingen
aan molens kwamen omstreeks 1923
slechts weinig voor, om van nieuwen
bouw maar niet eens te spreken.
Edoch, na twintig jaren is er veel ten goede gekeerd. Stelselmatig gevoerde
propaganda voor het behoud van molens, belangrijke technische verbeteringen aan
de molens en ten slotte, thans, de bijzondere tijdsomstandigheden (schaarschte aan
kolen en olie) hebben de kansen doen keeren en het lot van onze windmolens, die
we in ons Nederlandsch landschap niet kunnen missen, hangt niet meer aan het
zijden draadje van 1923. Het buiten bedrijf stellen van molens komt thans veel
minder voor en dientengevolge al even weinig hunne slooping.
Heel wat water- en korenmolens en ook een enkele houtzaagmolen zijn in de
laatste jaren gemoderniseerd en een goed onderhouden en naar de nieuwste eischen
verbeterde windmolen wordt niet meer als „uit den tijd" beschouwd. Dat is een
voornaam ding bij het streven tot behoud en gebruik van windmolens. Ook al
zouden evenwel alle bestaande molens in bedrijf blijven, dan zou toch hun aantal
afnemen, want tengevolge van brand en najaarsstormen gaan ieder jaar eenige
molens verloren, terwijl wegens stadsuitbreiding, wegenaanleg en samenvoeging van
polderbemalingen, afbraak van molens plaats vindt.
Het is daarom noodzakelijk, wil ons land een molenland blijven, dat er nieuwe
molens worden gebouwd.
Foto A Bicker Caarten
De „verdekkerde" wip staartmolen bij het dorp
de Kaag, gebouwd in 1936
Inmiddels is bovendien van hoogerhand een sloopverbod voor molens afgekomen.