24
DE HEEMSCHUTSERIE, DEEL 17
M. P. VAN BUIJTENEN, HINDELOOPEN, FRIESLANDS ELFDE STEDE
Over den ouderdom der Friesche steden valt bi] gebrek aan historische gegevens
niet te twisten. Wanneer echter een veelkleurig kleed bij voorkeur voor een jongste
gereserveerd wordt, dan zou men zeggen, dat Hindeloopen terecht als elfde stad
van het gewest genoemd wordt. In de bloeiperiode der gouden eeuw trekt het
leven er voorbij in een rijkdom en kleurenweelde, bont als in een kaleidoscoop.
Het wisselend spel van lijn en kleur beheerscht het beeld van het stadje, dat nu
stil aan zee ligt, maar eenmaal als „randgemeente" van Amsterdam een belangrijke
rol speelde. Het leven in zijn hoogtepunten geschiedde daar in een eigen voor
namen stijl. De wieg van een Hindelooper is zoo maar niet een biezen korfje, dat
overal elders in het land kon staan, maar het is een Hindelooper wieg, een pronk
stuk van de binnenkamer. De kleederdracht is een van de meest schilderachtige, welke
wij kennen. Ook spreekt men er een eigen taal, geheel afwijkend van het Friesch.
Vanwaar deze uitzonderlijke positie van dit stadje? De ondernemingsdrang van
de inwoners maakte hen reeds in de middeleeuwen tot vrachtvaarders van de
groote handelsroutes naar het Oostzeegebied. Bij de Amsterdamsche reeders hadden
de betrouwbare Hindelooper schippers het monopolie van den houthandel op
Noorwegen. De Hindelooper volkskunst, waarvoor terecht heden nog zooveel
belangstelling bestaat, draagt bij alle invloeden van Noorsche voorbeelden en bij
gebruikmaking van voortbrengselen uit onze koloniën, toch een geheel eigen karakter.
Hindeloopen fascineert ons in een Hindelooper kamer, zooals deze in verschillende
musea te vinden is, maar dit moet toegelicht worden door de geschiedenis van
de stad, wier handel en wandel in de archivalia goeddeels te vinden is. Eerst
tegen dien achtergrond krijgt Hindeloopen het vereischte reliëf. Deze combinatie
te vinden zal het doel zijn van dit boekje.
Plattegrond van Hindeloopen uit de Beschryvinge ende Nieuwe Caerten van de Heerlyckheyd vanFneslandt
door C. Schotanus.