3
ONZE EENIG OVERGEBLEVEN ZUIDERZEESTAD
Onze prachtige oude Zuiderzeestadjes hebben sinds de afsluiting van het groote
water en de inpoldering van gedeelten ervan veel van hun karakter ingeboet-
Enkhuizen en Hoorn, Monnikendam en Elburg, Vollenhove, Blokzijl en Hindeloopen,
het zijn en blijven interessante schilderachtige plaatsen. Maar wie deze steden van
vroeger kent en er nu terugkomt, mist toch iets: de zilte adem, de aparte sfeer
van de zee. Van al deze stadjes ken ik Hindeloopen het best, omdat ik het voor
recht heb gehad er vier jaren te mogen wonen. Dat was in den tijd toen de
Zuiderzee nog zée was en de visschers nog uitvoeren ter haring- en ansjovisvangst,
toen de geweldige wateren bij Noordwesterstorm hoog opsloegen tegen de dijken.
Als ik er nu terugkom en ik doe het gaarne, want het stadje blijft mij zeer
lief en vol schoonheid is het nog steeds mis ik toch ietsdat wat ik hierboven
noemde en dat er toch eigenlijk bij hoordede zee waaraan deze plaatsen hun
ontstaan en eenmaal hun bloei te danken hebben gehad. En nu is Hindeloopen
nog aan zeer wijd water blijven liggen. Veel ingrijpender zijn en worden de ver
anderingen voor die Zuiderzeeplaatsen die aan den rand der nieuwe polders zijn
komen of- zullen komen te liggen. Hun karakter zal radicaal veranderen, zij zullen
geheel tot landstadjes, worden. Misschien zullen enkele ervan dit als een promotie
voelen. Zij koesteren droomen van vooruitgang en nieuwen opbloei als markt
plaatsen voor het nieuwe vruchtbare land. Maar hoe dan ookiets van hun oude
karakter, dat vol adel en schoonheid was, zullen zij hebben ingeboet. Ik geloof
niet, dat het juist is om ze daarom nu maar, bij wijze van spreken, den rug toe te
keeren. Er zijn in den loop der eeuwen meer zeeplaatsen tot landstadjes geworden,
in Friesland en elders; zij werden anders daardoor, maar bleven de aandacht
waard. Ook voor Heemschut blijft er in Elburg en Edam, in Enkhuizen en Vollen
hove werk aan den winkel; een oud grachtje, een schoone gevel, een merkwaardig
stadsbeeld blijft zijn waarde houden, ook in het bouwland en aan den polderrand.
Er is eigenlijk maar één echte Zuiderzeestad bewaard gebleven toen de veelbetee-
kenende streep van Wieringen naar de Friesche kust, van den Oever naar Zurich
getrokken werd. Goed beschouwd is het de vraag of men Harlingen een Zuider
zeestad noemen kan, maar wie de kaart bekijkt krijgt toch neiging deze Friesche
havenstad bij het oude Zuiderzeegebied in te lijven, al heet het water waaraan Harlin
gen ligt eigenlijk Waddenzee. De wijde kom, waarvan het afgesloten deel het Zuidelijke
part vormt, eindigt bij de Waddeneilanden en gaat pas daar in Noordzee over.
En zoo kan Harlingen toch met een zeker recht de eenig overgebleven Zuider
zeestad genoemd worden. Alle andere zijn IJsselmeersteden of landstadjes geworden
en de eerste zullen bij de voortgaande inpolderingen nog steeds meer in de laatst
genoemde overgaan. Ook wat aanleg en karakter betreft behoort Harlingen bij de
oude Zuiderzeesteden, al bleef deze oude havenstad, de Noordelijkste van alle,
meer dan de andere, internationaal georiënteerd, ook in later eeuwen en jaren.
Alle andere, al hadden sommige van hen Hindeloopen bij voorbeeld vroeger
ook sterker banden met het buitenland, raakten steeds meer geïsoleerd van het interna
tionale verkeer en bleven alleen voor binnenscheepvaart en visscherij van belang.
De oorlog sloeg dit alles natuurlijk lam, ook in Harlingen, maar wij mogen hopen
dat straks de hout- en kolenbooten uit den vreemde weer in de Harlinger havens