WAT HEEMSCHU T'S AANDACHT HAD
2
Het jaar is voorbij. Het jaar is begonnen. De eerste bestuursvergadering heeft
reeds plaats gehad. Op Driekoningendag. Het diepste dal der duisternis is door
trokken; het licht is in zicht.
Een zwartgerande kaart bracht het bericht van overlijden van den tuinarchitect
D. F. TERSTEEG te Naarden, die^ vele jaren bestuurslid van den Bond Heemschut
was en toen veel toegewijd werk deed, evenals 'in latere jaren voor de commissie
De weg in het landschap, waarvoor zijn nagedachtenis in eere gehouden zal worden.
Het houdt niet op met de molens. Maar in dezen tijd krijgen de molens een kans,
dus moet ook Heemschut's kas iets doen. Voor drie molens die op de agenda
voorkomen werd een bijdrage toegestaan: voor de molens te Spijkenisse Z.H., te
Brakel G. en te Garnwerd Gem. Ezinge Gr.
De toename van het ledental gaat goed. Late ieder lid in zijn omgeving rondzien.
Verder in dit Blad is een meer uitvoerige mededeeling. Onder de nieuwe leden
begroeten wij het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in
Noord-Brabant, de aloude instelling, het meest bekend door haar museum en haar
publicatiën.
Geruimen tijd geleden hield Heemschut zich bezig met een poging tot behoud der
vestingwerken van Rhenen. Een commissie werd ingesteld, die echter door de
tijdsomstandigheden niet veel kon doen. Inmiddels is begonnen nt'et de herstelling
van overgebleven vestingmuren.
Het vraagstuk van de fabriek en de industrie in de stad en in het landschap trekt
reeds sedert lang de aandacht. Men kan de fabriek niet missen, maar zij ontsiert
in den regel stad en land. Om deze zaak in studie te nemen wordt thans een
tijdelijke commissie ingesteld met als leider de Heer Ir J. H. FROGER. Het is de
gedachte dat deze commissie een rapport zal uitbrengen dat wellicht de grondslag
kan zijn voor een deel in de Heemschutserie over dit onderwerp.
Van alom komen berichten van vellen van boomen. Men ziet wagens en mallejannen
met boomen. Men ziet in de Amsterdamsche grachten schuiten met boomen. De
houtzagerijen zagen boomen en leveren ongewaterd hout dat de timmerman waai-
boomenhout noemt. Er is niets aan te doen. De tijd brengt 't mede. Wat de
Amsterdamsche grachten betreft, er worden heel wat boomen gerooid die wel
schilderachtig waren, maar die blijken slecht te zijn. Het stuk Heerengracht tusschen
Vijzelstraat en Koningsplein, waar eenige jaren geleden de boomen gerooid werden
en waar toen iets om te doen is geweest, heeft bewezen hoe snel het euvel te
genezen is, want na twee of drie zomers stond er alweer iets dat op een echte
boom ging lijken. Dat jonge goed deed niet mede aan de iepenziekte en ook weinig
aan de rupsenplaag.
Over het uitbreidingsplan van Hattem schreven wij reeds. Het ziet er naar uit
dat hier wel een ander uitbreidingsplan zal dienen te komen, minder groot van
opzet. Dit geval staat niet alleen. Er zijn in tal van kleine gemeenten uitbreidings
plannen die veel te groot zijn, plannen vervaardigd door beroemde stedebouw-
kundige bureaux, ontworpen voor een geweldige toekomst, om van een bescheiden
dorp of stadje een nederzetting van honderdduizend menschen te maken. Deze
plannen hebben geen ander gevolg gehad dan bevordering van de lintbebouwing.
Secretaris A. K.