10
voudig zijn ze, sober, alle opsmuk is hier achterwege gelaten. Klaar en duidelijk
spreken de hoofdvormen tot ons. In den zomer vaak in het groen verscholen, in
den winter meer zichtbaar tusschen de ijle takjes. Kan in den zomer zoo'n boerderij
complex met al wat er bij behoort mooi zijn, niet minder is dit het geval als de
velden en de daken besneeuwd zijn. Maar.dan blijven de toeristen meestal thuis.
Ter illustratie geven we hier enkele afbeeldingen van in bepaalde gebieden veel
voorkomende boerderijtypen. Het is slechts een greep uit het arsenaal van de
landelijke bouwkunst.
Afb. 1. Achterhoeksche boerderij. Het woonhuis is opzij iets buiten de schuür
uitgebouwd en de muur en het dak zijn verhoogd. De schuur heeft nog
vakwerkwanden. Het terugspringende gedeelte van den achtergevel heet
de „onderschoer". De topgevel is met hout bekleed. Een van ouds veel
voorkomend type in de grensstreek.
Afb. 2. Achterhoeksche boerderij met endskamer. De tuin is door een haag van het
erf afgesloten. Boerderij en endskamer hebben houten topgevels. De
draaibare houten kraan voor den gevel dient om het water'uit den put op te
halen. Het afdak opzij van de schuur dient voor afdekking van de mestvaalt.
Afb. 3. Keuken ineen Achterhoeksche boerderij. Rechts de groote schouw, waar op
de randlijst een rij gekleurde borden is geplaatst. Links de bed- en kastwand,
waarvoor de ouderwetsche knopstoelen netjes in 't gelid staan. De vloer
bestaat naar oud-Achterhoeksch gebruik uit keisteentjes, in leem gelegd.
Afb. 4. Boerderij met dwarshuis, geheel met riet gedekt. Een klein uilenbord boven
het wolfsdak sluit de dakvorst af. Deze boerderijen zijn grooter dan de
Achterhoeksche- en Veluwsche boerderijen en hebben een ruim erf. Door
de' groote banderdeuren wordt de oogst op de deel gereden en door het
balkenslop op de balken gestoken. De kleine deuren in den zijgevel dienen
voor het uitmesten, die in den achtergevel voor het in- en uitlaten van het vee.
Afb. 5. Een idyllisch gelegen Veluwsche boerderij. De muren netjes gewit met be
neden een donkere plint. De dakbedekking is van riet. De voordeur geeft
rechtstreeks toegang tot de groote keuken. Ook hier is het erf ruim,
waar het pluimvee vrij kan rondscharrelen
Afb. 6. Mooie Veluwsche boerenkeuken. De groote schouw beslaat de geheele
breedte van de keuken. Op de randlijst een rij gekleurde borden. De
haard heeft een forsche omlijsting. Een paar deurtjes kunnen het haard
vuur afsluiten. De achterwand van de schouw is met gekleurde tegels
bezet, waarop landelijke tafereelen zijn afgebeeld. Boven de haard is een
tafereel van 12 tegels, dat een ploegenden landman voorstelt. De ronde
klaptafel op drie pooten is in het Geldersche nog veel in gebruik.
Afb. 7. Wat men op zoo'n Veluwsch boerenerf al niet vindt. Vaak is dit een
heele verzameling schuurtjes en kapbergen, karschop met varkenskot etc.,
meestal van eigen maaksel. De kapbergen zijn hier met twee roeden,
waarlangs de kap wordt op en neer bewogen. Op een halven meter
boven den grond is een z.g draaggestel aangebracht; waarop het koren
wordt opgetast. Tot wering van de muizen zijn om de roeden en steun
palen zinken kragen aangebracht.
Afb. 8. Veluwsche schaapskooi. De wanden zijn van hout op een steenen voet
muurtje. Het dak is meestal met stroo afgedekt. De schuine hoeken hebben
een practisch doel. Dit voorkomt het sterk opdringen van de schapen bij
het verlaten van de kooi. De schaapskooien worden tengevolge van de
voortschrijdende ontginningen als zoodanig weinig meer gebruikt en doen
nu nog vaak dienst als loopstal voor jongvee.
Wageningen, November 1942. H. J. VAN HOUTEN.