121
EEN ONBEKENDE KLOK TE EGMOND AAN ZEE
Ofschoon zij dag-in, dag-uit haar helderen klank doet hooren, meen ik toch, dat
met recht van een onbekende klok te Egmond aan Zee in dit geval gesproken
kan worden. Want er was geen gedrukte of ongedrukte bron, waarin ik het fraaie
klokje vermeld heb kunnen vinden, dat zich daar in den aan de Voorstraat ge
legen toren der Oud-Katholieke St. Agneskerk bevindt. Noch het bekende hand
boek de „Noordhollandsche Oudheden" door G. VAN ARKEL en A. W. WEISSMAN,
noch de officieele „Voorloopige Lijst" voor Noordholland van de Rijkscommissie
voor de Monumentenzorg maken melding van dit klokje. En toch is het een kunst
werkje in' den waren zin des woords, dat ook nog uitstekend geconserveerd is.
De klank is een hooge C. De hoogte bedraagt, ongerekend de goedgeornamen-
teerde hengsels: 43 c.M.; de middellijn aan den slagrand is 56 c.M. En het rand
schrift luidt, onder een sierlijken Schablonerand in Romeinsche kapitalen
PEETER VANDEN GHEYN HEEFT MY GHEGOTEN INT IAER 1634
Op drie plaatsen bevindt zich daaronder een fraai gemodelleerd engelenkopje, uit
den mond waarvan afhangend is voorgesteld een sierlijke cartouche, waaronder
nog eenig ornament. Die engelenkopjes treft men aan onder de woorden „Gheyn"
en „Int", alsmede onder de cijfers „34". Lager leest men op den mantel nog
SANTA MARIA ORA PRO NOBIS
Al staat deze kleine klok dan ook tot dusverre nog niet officieel te boekik moge
hier den wensch uitspreken, dat dit juweeltje van klokkengieterskunst behouden
zal mogen blijven
Egmond aan Zee, November 1942.
Dr Mr J. BELONJE.