VAN EENDENKOOIEN TOT NATUURMONUMENT
120
mat minder ingrijpende maatregelen verbeteringen mogelijk zijn. Verschillende gevels
rondom de oude kerk zouden door beplanting kunnen bijdragen tot het karakter van
het kerkplein. Ook de gashouder zou aan het oog onttrokken moeten worden. De
schuurtjes zijn in de kom van de dorpen, evenals daar buiten, veelal hinderpalen
voor het uiterlijk schoon. De gemeente heeft een plan ontworpen voor de be
planting van de markt en het aan het oog onttrekken van de leelijke eierhal, het
gemeentehuis en het gebouw der gemeentewerken.
Men zal het met den inzender van deze mededeelingen eens zijn, dat gedachten
als die van het gemeentebestuur van Epe in ruimen kring navolging verdienen.
's Gravenhage, November 1942. Dr Ir W. C. KLEIN.
Een belangrijke uitbreiding van de eigendommen van It Fryske Gea, Provinciale
Vereeniging voor Natuurbescherming te Drachten.
In de lage deelen van ons land, vooral in de provincie Friesland, Overijssel en
op de Waddeneilanden, zijn de eendenkooien reeds eeuwen bekend als een der
meest productieve methoden van eendenjacht. In de grootste stilte werden hier
in den winter tienduizenden eenden gevangen, niet alleen de gewone wilde eenden,
maar ook talingen, mienten en pijlstaarten, die hier vooral als wintergasten ver
toefden. Afgezien van de bestemming zijn deze kooien romantische plekjes natuur
schoon. In een dicht bosch ligt, omringd door een hoogen, ruig begroeiden wal,
de groote vijver of kolk, waarop de vangpijpen, slootjes, uitkomen. Oude kooien
hebben vaak een rijke flora en door de volstrekte rust, die er met het oog op de
permanente eendenbevolking (de lokeenden) ook gedurende den zomer heerscht, is
het beboschte gedeelte een ideaal broedterrein voor tallooze vogels.
Het Bestuur van It Fryske Gea maakt daarom met groote dankbaarheid melding
van een legaat, haar geschonken door wijlen den Heer P. VAN ASPEREN te
Hilversum. Deze vermaakte aan de vereeniging een drietal eendenkooien in
Friesland, twee gelegen in de Kolken, het lage kleigebied ten Noorden van
Dokkum bij de Lauwerszee en een ten Westen van Tietjerk in de z.g. Oude
Miede, met de bedoeling dat de eendenvangst zal worden gestaakt en de kooien
zullen worden beheerd als broedterrein en waterwildreservaat. Om in de kosten
van dit beheer te voorzien, was een som van drie duizend gulden in het legaat
begrepen. De beteekenis als wildreservaat wordt belangrijk vergroot door het van
ouds hier gevestigde kooirecht. Binnen een kring van 1200 M. straal, gemeten
uit het midden van den vijver, is de jacht verboden en elke handeling, waardoor
de eenden zouden kunnen worden verstoord of verjaagd.
Eveneens werd door It Fryske Gea het Natuurmonument de Lindevallei (150 ha.)
en de Saiterpetten (100 ha.) voor de jacht gesloten. Zoo zijn thans behalve de uit
gestrekte waterwildreservaten langs het IJsselmeer en de Waddenkust (totaal meer
dan 5000 ha.) ook in het binnenland van de provincie een vijftal .waterwild
reservaten gesticht. Zonder twijfel een belangrijke bijdrage tot behoud van het
rijke vogelleven in onze moerassen.