102
VERBOD TOT AFBRAAK VAN MOLENS
Het is bekend, welk een bijzondere plaats de molens in het Nederlandsche land
schap innemen. Tot schade daarvan zijn helaas reeds ontelbare molens gesloopt
of veranderd in molens met mechanische kracht en eiken dag dreigen andere
molens dit lot te' deelen. De klacht van vele molenaars is daarbij, dat met een
gewonen windmolen in deze tijden een loonende exploitatie niet meer mogelijk is.
Daarbij wordt echter veelal over het hoofd gezien, dat de capaciteit van den
windmolen door toepassing van stroomlijnwieken aanzienlijk kan worden opgevoerd.
Van vele zijden wordt sedert lang een actie gevoerd om molens, welke met af
braak bedreigd worden, daarvoor te behoeden. Hierbij mag in de eerste plaats
genoemd worden de Vereeniging „De Hollandsche Molen". Ook het Rijk gaf van
zijn belangstelling blijk, door in vele gevallen voor herstel en eventueel moderni
seering van daarvoor in aanmerking komende molens een bijdrage te verleenen.
Ondanks de van vele zijden aangewende pogingen om de molens te behouden, moet
geconstateerd worden, dat toch nog geheel onnoodig molens aan vernietiging
worden prijs gegeven. Dit wordt bevorderd door de hooge prijzen, welke voor de
afbraak van molens in de tegenwoordige omstandigheden gemaakt kunnen worden.
Hiervoor behoeft thans niet meer gevreesd te worden. In het Verordeningenblad
van 25 Sept. '42, afl. 25, no.- 105, is een besluit van de Secretarissen-Generaal van
de Departementen van Opvoeding, Wetenschap en Kuituurbeschermingvan Handel,
Nijverheid en Scheepvaart en van Landbouw en Visscherij verschenen, waarbij
verboden wordt een wind- of watermolen, welke niet geheel of grootendeels van
metaal is vervaardigd hierbij wordt gedacht aan de Amerikaansche molens
geheel of gedeeltelijk te sloopen, voor het gebruik als wind- of watermolen on
geschikt te maken of in te richten voor andere doeleinden, dan waartoe hij normaal
is bestemd, zonder schriftelijke vergunning van den Secretaris-Generaal van het
Departement van O. W. K. of in strijd met de aan een zoodanige vergunning
verbonden voorwaarden. Het is duidelijk, dat met geheel of gedeeltelijk sloopen
en voor het gebruik ongeschikt maken gedoeld wordt op een blijvenden toestand.
Het verbod is dus niet toepasselijk, wanneer bij aan den molen uit te voeren
reparaties tijdelijk een of meer onderdeden moeten worden verwijderd en de molen
tijdelijk niet kan worden gebruikt. Bij overtreding van het verbod of niet na
koming van een voorwaarde kan de Secretaris-Generaal van Opvoeding, Weten
schap en Kuituurbescherming op kosten van den overtreder doen wegnemen,
beletten, herstellen of verrichten, hetgeen in strijd met het verbod of zoodanige
voorwaarden is of - wordt ondernomen of nagelaten, terwijl bovendien de over
treder met straffen bedreigd wordt.
Van bevoegde zijde wordt medegedeeld, dat in het algemeen alleen de slooping
zal worden belet van molens, waarbij een loonende exploitatie als zoodanig nog
mogelijk is. Slechts wanneer het molens betreft, welke in een dorps- of stadsbeeld
of in een landschap een element van zeer bijzondere beteekenis vormen, zal van
deze richtlijn worden afgeweken. Intusschen zal aan een vergunning tot slooping
in het algemeen wel de voorwaarde verbonden worden, dat het door slooping
verkregen materiaal ter beschikking komt voor de herstelling van molens, die wèl
voor behoud in aanmerking komen.