94
Amsterdam ging voorop. Daar verscheen de aloude stoomspuit van de stadsreiniging,
die muren en gevels ontdeed van velerlei papieren. Het Departement van O. W. K.
heeft de veelomvattende taak der beteugeling van de ontsierende reclame aangevat
met het opmaken van het concept eener Provinciale Verordening. Door deze ver
ordening zal niet alleen eenheid gebracht worden in de bestaande Provinciale Ver
ordeningen, doch ook de tot nu onbeschermde plekken, in hoofdzaak de dorpen,
zullen in de verordening betrokken zijn. Inmiddels beijverde de Provincie Zeeland
zich een dergelijke verordening samen te stellen, waarin tevens wordt opgetreden
tegen andere ontsieringen van leelijke kleuren, autobelten en verwaarloosde terreinen.
De Gemeente Middelburg nam het initiatief tot het ontwerpen van een verordening
tot bevordering van het stadsschoon. De Gemeente Winterswijk voegde aan de
Politieverordening eenige bepalingen inzake ontsieringen toe, waarbij ook buiten
de rooilijn kan worden opgetreden.
De Stichting tot Documentatie van Landelijke Bouwkunst zette haar werk voort.
Eenige dorpskommen waarbij Maarssen en het stadje Sloten. Fr. werden opge
meten en in teekening gebracht, voornamelijk, door studenten van de Technische
Hoogeschool. Daarnaast werden tal van oude bouwwerken opgemeten te Haarlem
en te Amsterdam en wellicht ook elders door een van overheidswege beschikbaar
gesteld crediet om bouwkundige teekenaars nuttig werk te doen verrichten.
Reeds in het vorig jaar kon vermeld worden dat het dempen van grachten nagenoeg
tot stilstand gekomen is. Desondanks waren er nog enkele gevallen die niet voor
komen konden worden. Te Breda moest een deel van de binnenhaven prijs gegeven
worden ter verbetering van het stadsplan. Te Zutphen dreigt de binnenruimte van
een hoornwerk, de Kabinetsgracht, gedempt te worden. Geraden werd, alvorens
dit te doen, het advies in te winnen van de ten vorigen jare ter plaatse gevormde
commissie tot behoud van -de vestingwerken.
Ook dit jaar kregen talrijke molens een herstelbeurt. De Vereeniging „De
Hollandsche Molen" gaat onvermoeid verder met deze voor Nederland zoo belang
rijke werkzaamheid. Aan de vele aanvragen om bijdragen kon door den Bond
Heemschut in matigen zin gevolg worden gegeven en wel voor de molens te
Mierlo, Roosendaal, Bakel en Steenbergen, alle in N. Brabant. Verder voor de
molens te Haamstede op Schouwen, te Gronsveld in Limburg en te Arnhem,
Hattem en Ubbergen in Gelderland; tezamen 9 gevallen. Inzake de verbouwing van
den molen te Nieuweroord in Drenthe vroeg de vereeniging „De Hollandsche
Molen" het advies van Heemschut. Geraden werd den bestaanden aanbouw te
doen verdwijnen inplaats van een nieuwen erbij te maken. Hierbij dient opgemerkt
dat alhoewel aan het behoud en de herstelling van de molens in de laatste jaren
veel gedaan is, het aesthetisch vraagstuk van de bijgebouwen en de omgeving nog
niet de aandacht heeft welke gewenscht is. De molen te Breukelen, voor het behoud
waarvan de V. V. V. „De Vechtstreek" zich moeite gaf, kon niet behouden blijven.
Aan het Departement van O. W. K. werd medewerking verzocht een algemeen
sloopverbod voor molens te verkrijgen, temeer omdat hier en daar ongebruikte
molens worden afgebroken.
Aan hout is nog steeds behoefte, zoodat de boomen en bosschen van Nederland
daarvan noodgedwongen de gevolgen ondervinden. Zelfs werd de oude Zand-
voortsche garnalenschuit, die als oudste type Nederlandsch schip in eere gehouden
was, een prooi der houtsprokkelaars. Ook een hoewel niet erg oude boerderij,
„de Wildenburg" in het Baarnsche bosch, eigendom van het Staatsboschbeheer,
leed onder de brandstofinzameling.