90
den mest van boomgaard en weide kunnen snoepen; dat noemen ze daar wind-
singels. De Heer Ir J. H. FROGER sprak van achter uit de zaal over de ontsieringen
door fabrieken en dat daarvoor een commissie moet komen. De voorzitter trachtte
hem tot rust te brengen door de mededeeling dat reeds gezocht was naar een
auteur voor een deel in de Heemschutserie over de fabriek in het landschap en
dat men bezwaarlijk fabrieken kon laten afbreken, maar de spreker gaf geen kamp.
Juist omdat het onderwerp zoo moeilijk is moet er iets aan gedaan worden. De
voorzitter moest toen wel overweging toezeggen, waarbij de Heer VERDENIUS nog
even met 't streekplan kwam, dat ook bij de fabriek behoorde of de fabriek bij het streek
plan."Professor WILLEM VAN DER PLUYM wees erop dat reeds in 1663 de Amster-
damsche tuinen achter de huizen geen hoogere schuttingen mochten hebben dan
zooveel voet en dat er daarom voor die afrasteringen op de Veluwe ook nog
wel iets te bedenken zou zijn in 't groot. Toen kwam nog de telefooncel die sedert
vele jaren het plein van Culemborg ontsiert en daar nu in 't oog loopt, nu aan
beide einden van het lange plein een oud bouwwerk het raadhuis en de stads
poort gerestaureerd worden. De Heer Mr F. J. VAN LANSCHOT sloot de
opgewekte debatten met de leelijke transformatorhuizen in 't Brabantsche land
en de zuivelfabrieken die overal leelijk zijn omdat ze bij den boer zijn en niet
boersch zijn. De voorzitter sloot toen de' blije vergadering om de aanwezigen in
de gelegenheid te stellen een verdieping lager het sober maal van „wat de pot
schaft" te nuttigen. Na den maaltijd verscheen de Heer ADRIAANS die vertelde
van de historie van Amersfoort en van de legende van den Onze Lieve Vrouwe
toren. Toen gingen allen op stap om oud Amersfoort te zien, wegens 't bevel van
den procureur generaal in niet te groote groepen. De tccht ging langs wallen en
grachten, langs gevels en kerken, langs de muurhuizen en door de deel van 't
oudemannenhuis. De eene groep liep wat sneller dan de andere, maar tegelijk
kwamen ze bijeen in de St Joriskerk, waar de organist ons vergastte op een
orgelconcert. Het slot en het afscheid was in den N. O. hoek van de kerk, waar
de voorzitter sprak, onbewust, op JACOB VAN CAMPEN'S graf. Daarboven, aan
den wand spraken VONDEL'S woorden:
D'aartsbouheer uit den stam VAN KAMPEN rust hier onder
Die 't Raedhuis t' Amsterdam Gesticht heeft, 't Achtste Wonder.
OPENINGSWOORD VAN DEN VOORZITTER
ter Algemeene Vergadering op Donderdag 3 September 1942 te Amersfoort
Dames en Heeren, vertegenwoordigers van de gewone leden en donateurs, buiten
gewone leden van den Bond Heemschut en introducé's, het is mij een bijzonder
genoegen u hier welkom te kunnen heeten in deze 31e Algemeene Jaarvergadering
van onzen Bond.
Het is thans de derde maal dat Heemschut zijn jaarvergadering houdt onder de
donkere schaduwen van den meest geweldigen en vernielenden oorlog van alle
tijden, een oorlog die juist het uiterste tegendeel is van wat onze Bond nastreeft,
en schoon en leelijk vernietigt zonder onderscheid en zonder mededoogen. Wel is
gelukkig in het achter ons liggende jaar ons vaderland voor ernstige schoonheids
vernieling gespaard gebleven, en mogen wij hopen dat ook in onze overzeesche