70 eenig onroerend goed, waarop een of meer van zulke aankondigingen zijn aangebracht, is verplicht te zorgen, dat die geheel zijn verwijderd binnen 3 dagen, nadat bedoelde termijn zal zijn verstreken; f. onderdeden van een gebouw, krachtens een bouwvergunning op architectonische gronden aangebracht, ook al zou in deze onderdeden een opschrift of een zinne beeld van een bedrijf zijn verwerkt; g. zaken, als genoemd in artikel 2 lid 1 onder a, b en c, waarvan blijkt, dat zij op het tijdstip van inwerkingtreding dezer verordening ter plaatse aanwezig waren, gedurende twee jaren na dat tijdstip. 2. De Burgemeester is bevoegd den eigenaar of gebruiker van een onroerend goed, waarop, waarin of waaraan zaken als omschreven in lid 1 van dit artikel zijn aangebracht, aan te schrijven, hetzij om deze te verwijderen, hetzij om deze op de door hem aan te geven wijze te veranderen, indien zij naar zijn oordeel: a. het goed of de omgeving ontsieren; b. gevaar of hinder kunnen veroorzaken voor voorbijgangers of gebruikers van belendingen c. gevaar of hinder kunnen veroorzaken voor het verkeer, de openbare orde of de zedelijkheid. Hij, tot wien zoodanige aanschrijving is gericht, is verplicht daaraan binnen den door den Burgemeester gestelden termijn gevolg te geven. ART. 4. Vergunning. 1. Een vergunning als bedoeld in artikel 2 moet schriftelijk worden aangevraagd onder overlegging in tweevoud van t'eekeningen of foto's alsmede beschrijving, welke aangeven de plaats en den aard van de zaken als genoemd in artikel 2 lid 1 onder a, b en c, die men wenscht aan te brengen, en de materialen en de kleuren, waarin zij zullen worden uitgevoerd. De aanvrage moet onderteekend zijn door den eigenaar of gebruiker van het onroerend goed of diens gemachtigde. 2. Een vergunning wordt door den Burgemeester schriftelijk verleend en gesteld ten name van den aanvrager en zijn rechtverkrijgenden. 3. Een vergunning wordt tot wederopzeggens verleend. ART. 5. Weigering van vergunning. 1. Een vergunning kan geweigerd worden: a. indien de aanvrage niet voldoet aan het gestelde in het eerste lid van art. 4 b. wegens ontsiering van het goed of van de omgeving; c. wegens gevaar of hinder voor voorbijgangers of gebruikers van belendingen; d. wegens gevaar of hinder voor het verkeer, de openbare orde of de zedelijkheid. 2. Bij een weigering worden de redenen daartoe aan den aanvrager schriftelijk medegedeeld. ART. 6. Voorwaarden van vergunning. 1. Aan een vergunning kunnen voorwaarden verbonden worden, welke strekken ter bescherming van de belangen, bedoeld in het eerste lid van artikel 5. 2. Wordt gehandeld in strijd met de gestelde voorwaarden, dan wordt de ver gunning geacht niet te zijn verleend. ART. 7. Intrekking van vergunning. Een vergunning kan te allen tijde worden ingetrokken, indien zich na het verleenen daarvan alsnog één van de gevallen voordoet, omschreven in artikel 5, lid 1 onder b, c en d. ART. 8. Verwaarloozing. Zaken als genoemd in artikel 2 lid 1 onder a, b en c, welke het goed of de omgeving ontsieren, doordat zij verwaarloosd zijn of welke

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1942 | | pagina 8