69
VERORDENING TOT BEVORDERING VAN HET STADS-
SCHOON IN DE GEMEENTE MIDDELBURG
ART. 1. Werkingsgebied der verordening. Waar in deze verordening wordt ge
sproken van roerende of onroerende goederen, worden daarmede bedoeld die
goederen, welke zich bevinden in de bebouwde kom der gemeente, zooals deze is
omschreven in de verordening tot vaststelling van de bebouwde kom voor de
gemeente Middelburg. Hoofdstuk I, Reclame, Aankondigingen enz.
ART. 2. Algemeen verbod met betrekking tot onroerende goederen.
1. Het is met betrekking tot een onroerend goed verboden, dit geheel of ten
deele op eenige wijze te bezigen, te doen bezigen of het bezigen te gedoogen voor
het daarop, daaraan of daarin aanbrengen van
a. reclame
b. opschriften, aankondigingen, uitbeeldingen of afbeeldingen in welken vorm ook,
welke niet vallen onder a;
c. voorwerpen en inrichtingen, bestemd of gebezigd voor het aanbrengen van
het onder a en/of b genoemde.
Dit verbod geldt alleen indien en voor zoover de genoemde zaken van den open
baren weg zichtbaar zijn.
2. De Burgemeester kan door middel Van een vergunning ontheffing verleenen
van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.
J ART. 3. Uitzonderingen.
1, Het in artikel 2 bedoelde verbod is niet van toepassing op:
1 a. aankondigingen, waarbij een perceel geheel of gedeeltelijk te koop of te huur
wordt aangeboden of waarbij een verkooping wordt aangekondigd. De hier bedoelde
aankondigingen mogen niet grooter zijn dan 0.35 M.2, indien zij aan een gebouw
bevestigd worden en niet grooter dan 1 M.2, indien zij in een tuin, aan een hek of
aan een tuinmuur aangebracht wordenhun aantal mag niet grooter zijn dan
respectievelijk 2 en 1 per perceel. Zij mogen alleen worden aangebracht op het perceel,
dat te koop of te huur wordt aangeboden of waarin de verkooping zal plaats
vinden. De bovenkant van deze borden of biljetten mag zich niet hooger bevinden
dan 3'/2 M. boven den beganen grond.
b. aankondigingen, welke krachtens wettelijke verplichting worden aangebracht,
mits deze in geen grooter aantal dan noodzakelijk zijn aangebracht en mits de
bovenkant zich niet hooger dan 3'/2 M. boven den beganen grond bevindt en
met dien verstande, dat de in de wet genoemde minimum-maten niet worden
overschreden.
Noemt de wet geen maten, dan wordt in dit verband slechts toegelaten een oppervlakte
van ten hoogste 0.25 M.2 en een afmeting in ééne richting van ten hoogste 1 M.
c. naamborden, welke niet grooter zijn dan 0.15 M.2 en een afmeting in ééne
richting van'ten hoogste 0.50 M. hebben en mits er niet meer dan 4 per perceel
zijn aangebracht:
d. het inwendig gedeelte van een onroerend goed, voor zoover dat als winkel,
toonzaal, café, restaurant, werkplaats en/of garage wordt gebruikt;
e. aankondigingen van kennelijk tijdelijke strekking, niet grooter dan 0.75 M.2, en
voor zoolang deze feitelijke beteekenis hebben, doch niet langer dan 14 dagen,
zulks onverminderd de verbodsbepalingen van artikel 20 sub a van de Algemeene
Politieverordening voor de gemeente Middelburg, De eigenaar of gebruiker van