r»:,L HEEMSCHUT
MAANDBLAD VAN DEN BOND HEEMSCHUT
WAT HEEMSCHU T'S AANDACHT HAD
Te Oadzivatec is behoefte aan bouwterrein voor nieuwe huizen. Het grondgebied
van de Gemeente is ongeveer even groot als de buitenkant van de oude vesting
gracht. Nu zijn er plannen om het benoodigde bouwterrein te zoeken op de plek
van oude bastions en andere onderdeelen van de oude vesting. Oudewater is een
schoon oud stadje, dat bij herstelling van wat de laatste eeuw eraan misdeed, tot
een prachtige bezienswaardigheid kan worden, tot voordeel van het vreemdelingen
verkeer en van de inwoners. Dan moet men echter de mogelijkheid behouden de
oude vestingwerken te restaureeren en dus niet bebouwen want een oud
vestingstelsel is evenzeer een monument van geschiedenis en kunst als de oude
gevels, de grachten en de bruggen.
Deze opmerking geldt voor tal van oude kleine steden, die nog de overblijfselen
van de oude vestingwerken bezitten. Bij vergelijking van oude en nieuwe afbeeldingen
van de stad blijkt hoe 't vroeger was en hoe 't nu is en tevens de mogelijkheid
om de oude vestingwerken op te nemen in den uitleg van de stad en daarvan iets
te maken dat schoon en leerzaam is. Vroeger deed men dat niet. Door aanleg
van spoorwegemplacementen, van kanalen en woonwijken is menig schoon oud vesting
werk achteloos onder den voet geloopen. Maar die tijd is voorbij. We moeten
trachten ook de oude vestingwerken te behouden en te herstellen. De Stichting
MENNO VAN COEHOORN geeft daarvoor gaarne vakkundigen raad.
Te Alkmaar is een vraagstuk dat eenigermate aan het voorafgaande verwant is.
Men kent daar, aan de noordzijde van de stad, de Friesche brug, een laag op het
water gelegen, vrij smalle brug, die over de oude vestinggracht gaat. Deze brug
moet vernieuwd worden. Het spreekt vanzelf dat men dan een flinke brug hebben
wil die een behoorlijke doorvaarthoogte heeft. Bij zulk een brug behooren opritten.
Aan de stadszijde komt men daarbij in aanraking met de stedelijke bebouwing,
want er is daar vlak bij een straatje en een grachtje, en aan de overzijde met de
dorpsche bebouwing, want vlak daarachter liggen reeds Westfriesche boerderijen
met daken van Friesche pannen. Maar terzijde ligt een plantsoentje op de plaats
van een vroeger bolwerk. Vergelijkt men een ouden stadsplattegrond een mooie
is in den stedenatlas van BLAEU met een tegenwoordige kaart van de stad, dan
blijkt dat nog meer over is van de vestingwerken dan men oppervlakkig zeggen
zou. Alkmaar is een schoone stad, die reeds nu vele vreemdelingen trekt. Hoeveel
meer aantrekkelijkheid zal de stad bieden wanneer de vestingwerken bestudeerd
werden en deze, voor zoover mogelijk, hersteld werden, tot wandeling gemaakt,
zooals reeds voor een gedeelte het geval is. De geheele buitengracht is nog aan
wezig. Men denke aan DANIËL WlLLINK'S Amsterdamsche Buitensingel van 1723;
welk een vreugde dit boek door te zien, welk een droefenis te ontwaren hoeveel
schoonheid er teloor ging. Want van het wonderschoone vestingstelsel van Amsterdam,
dat in 1860 nog compleet aanwezig was, is niets meer over.