60
GEMEENTELIJKE BEMOEIING BINNEN DE ROOILIJN
Er wordt 'in stad en dorp veel gedaan om het aanzien van huis en weg te ver
beteren. Wat op den weg is, behoort in den regel tot de gemeentelijke diensten.
Wat langs den weg gebouwd wordt, moet door de zeef eener schoonheidsinstantie.
Maar er is daarbuiten nog zooveel dat tusschen de mazen gaat of dat achteloos
behandeld wordt en dat de woonplaatsen ontsiert.
De gemeente Winterswijk kan als voorbeeld dienen hoe ook tegen deze euvelen
opgetreden kan worden. De politieverordening is in deze voor Nederland ver-
oostelijke plek aangevuld met een aantal artikelen, waarvan eenige de vermelding
waard zijn. Dit betreft bepalingen inzake boomen, tuinen, open erven, schuttingen,
benzinepompen, verkoopsautomaten en ontsierende reclame.
ART. 122. 1. Het is den eigenaar, beheerder of gebruiker van op of binnen een
afstand van 40 m. van een weg staande boomen, niet deel uitmakende van bosschen
of andere houtopstanden, verboden, deze, zonder toestemming van burgemeester
en wethouders, te rooien of te beschadigen, of toe te laten, dat deze boomen
gerooid of beschadigd worden.
Hij is verplicht, die boomen in behoorlijken staat van ondephoud te brengen en te houden.
ART. 122a. 1. De eigenaar, beheerder of gebruiker van een tuin, die geheel of
gedeeltelijk aan een weg is gelegen, is verplicht, dien tuin in behoorlijken staat
van onderhoud te brengen en te houden.
2. De eigenaar, beheerder of gebruiker van een onbebouwd perceel, dat geheel
of gedeeltelijk aan een weg binnen de kom van het dorp is gelegen en niet valt
onder het bepaalde in het eerste lid, is verplicht, dit ten genoegen van burgemeester
en wethouders van vuilnis en onkruid gezuiverd te houden.
ART. 122b. De eigenaar, gebruiker of beheerder van aan wegen grenzende erven
of terreinen is verplicht, afscheidingen voor zoover van den weg af zichtbaar
aangebracht tusschen erven of terreinen onderling, in goeden staat te onderhouden.
ART. 122c. 1. Onverminderd het bij de hinderwet bepaalde is het verboden,
zonder vergunning van burgemeester en wethouders, op aan wegen grenzende
erven of terreinen een of meer benzine- of oliepompen te hebben, toe te laten of
aan te brengen, tenzij deze niet van den weg af zichtbaar zijn.
2. Een vergunning, als bedoeld in het eerste lid, wordt alleen geweigerd of onder
een of meer voorwaarden verleend, indien het betreft een pomp, die op zichzelf
of in verband met de omgeving, naar het oordeel van burgemeester en wet
houders of, bij beroep, van deil raad de omgeving ontsiert. v
ART. 122d. 1. Het is verboden, zonder vergunning van burgemeester en wet
houders, op van een weg af zichtbare plaatsen een of meer verkoopautomaten te
hebben, toe te laten of aan te brengen.
2. Een vergunning, als bedoeld in het eerste lid, wordt alleen geweigerd of onder
een of meer voorwaarden verleend, indien het betreft een automaat, die op zich
zelf of in verband met de omgeving, naar het oordeel van burgemeester en wet
houders of, bij beroep, van den raad de omgeving ontsiert.
ART. 122e. 1. Onverminderd het bepaalde in de provinciale reclame-verordening
en de bouwverordening is het verboden, zonder vergunning van burgemeester en
wethouders, een onroerend goed of eenige zaak daarop aanwezig, op welke wijze
ook, geheel of gedeeltelijk tot reclame te bezigen of te bestemmen, indien en voor
zoover deze reclame van den weg af zichtbaar is.