50
boven eeuwigdurende leelijkheden. Vooral op het gebied van bruggetjes is ons land
rijk aan fraaie voorbeelden van volkskunst. Zij zijn zakelijk in de beste beteekenis
van het woord en spreken van de liefdevolle verzorging van den toegewijden
handwerksman. Wordt de afstand tusschen de huizen kleiner en spreekt dus de
samenleving sterker dan het individueele bestaan van de afzonderlijke woning, dan
wordt een harmonie in de vormgeving, zoo niet een gelijkheid in de bruggetjes
noodzakelijk. Anders ontstaat een rommelig geheel. Bij een nog sterkere gesloten
heid in de bebouwing is het beter, dat de sloot wordt gedempt en de vrijkomende
wegberm van een passende beplanting wordt voorzien.
Wegbermen worden meestal meer tot den weg gerekend, dan dat zij in aanmerking
komen als inleiding tot de aan den weg grenzende bebouwing. Toch vormen zij
vaak een dankbaar overgangsmotief tusschen het openbare en het particuliere
terrein. Worden de voortuinen door hagen afgescheiden, dan dient eigenlijk altijd
een bermpje aanwezig te zijn, om de haag een groenen voet te geven en om de
haag goed te laten uitgroeien. Een betegeld trottoir, dat tot de haag doorloopt,
is weinig bevredigend. Bij wegaanleg in landelijke gemeenten behoort de regel te
gelden: Wees royaal met den grond-aankoop, d. i. met de totale wegbreedte, en
zuinig met de verharding. Vele landelijke gemeenten zijn bedorven door overdreven
breede bestratingen, welke kostbaar zijn, het groen opslokken en te steedsch aan
doen. Een bestratingsbreedte van 4 m., zoo noodig met verbreedingen van grint-
verharding, is meer dan voldoende. Is de totale breedte van den weg royaal
genomen en worden de boomen aan de buitenzijde van de bermen geplaatst, dan
ontstaat een weg, waarvan het verharde gedeelte te allen tijde kan worden ver
breed, terwijl de overwegend groene weg de landelijkheid - van de omgeving
niet aantast. Door de bewoners van het dorp zullen de breede grasbermen worden
gebruikt voor het grazen van klein vee.
Naast de slooten vormen de wallen de meest natuurlijke begrenzing van de weg
bermen; vooral wanneer zij met een in het landschap passende beplanting zijn
begroeid, vormen zij tevens een windbescherming voor den weggebruiker.
Hekken en omheiningen zijn de meest voorkomende scheidingen tusschen den weg
en het particuliere gebied. Zij zijn noodzakelijk, wanneer men door te lagen grond
waterstand geen slooten kan graven, en wallen of hagen onvoldoende afsluiting vormen.
Een hek is in het algemeen het fraaiste, wanneer van den nood een deugd wordt
gemaakt en de scheiding in den eenvoudigsten vorm duidelijk als hek wordt getoond.
•Juist doordat men de hekken niet wilde laten opvallen, is men overgegaan tot volkomen
doorzichtige constructies van dunne ijzeren stijltjes met gaas en prikkeldraad.
Merkwaardig is, dat dit streven naar onopvallendheid tot het tegenovergestelde
resultaat heeft geleid. De al te groote doorzichtigheid bleek storend te werken,
de al te dunne constructie werd verbogen en zag er na eenigen tijd haveloos uit.
In een landschappelijke omgeving zijn weinig dingen zoo storend, als roestige en ver
bogen hekwerk. Een eenvoudig, logisch geconstrueerd houten hek wordt met een
kwastje verf en wat spijkers gemakkelijker onderhouden, dan een ijzeren hekwerk,
waarvoor de smid moet komen, om herstellingen te verrichten. Zelfs in zeer ver
waarloosden toestand hebben houten landhekken nog menigen schilder kunnen
inspireeren. Een ijzeren hek is vrijwel alleen bevredigend, wanneer het bij meer
monumentale gebouwen als smeedwerk wordt uitgevoerd. Voor de dichter bebouwde
woonwijken verdient het aanbeveling, dat van overheidswege een hektype wordt
voorgeschreven. Zelfs overigens goed verzorgde villawijken zijn bedorven door