HEEMSCHUT
27
XXXVI. MONUMENTENCOMMISSIE DER STAD UTRECHT.
Het verslag over 1940 vangt aan met een woord van dankbaarheid over de haast
wonderbare wijze, waarop Utrecht met haar talrijke schatten van geschiedenis en
kunst voor oorlogsschade gespaard bleef. De stichting van een fonds voor onder
houd en herstel van monumenten, vergelijkbaar met het Wijnhuisfonds te Zutphen,
moest door de tijdsomstandigheden blijven rusten, hoewel daaraan nu meer dan
ooit behoefte bestaat. Door het uitblijven van een beslissing van het Rijk kon nog geen
begin gemaakt worden met de zoo hoog noodige restauratie van de Buur-, Jacobi-
en Nicolaastorens. Een uitvoerige uiteenzetting geeft de commissie over de nog
steeds hangende kwestie van de restauratie van de Geertekerk, waarover cok in
ons blad al enkele malen geschreven werd. Daarentegen kon de restauratie van
den kloostergang van St. Marie uitgevoerd worden en kon de commissie invloed
uitoefenen op de kleuren van nieuwe gebrandschilderde ramen in het gebouw
Leeuwenbergh. Ook over eenige particuliere gebouwen werd advies* uitgebracht,
terwijl enkele aangelegenheden met betrekking tot de werven langs de Oudegracht
de aandacht der commissie hadden. Aan B. en W. werd geadviseerd) een algemeen
onderzoek in te stellen naar dé reclameborden langs de grachten.
B. DE H.
DE KEIT JESSTOEPEN VAN ELBURG
Reeds eenige malen verschenen in dit blad mededeelingen omtrent stoepen in oude
steden, de belangrijke functie die zij uit schoonheidsoogpunt vervullen. De inwoners
der kleine steden zien dat veelal niet zoozeer. Daardoor was het noodig dat te
Elburg opgetreden werd tegen den wensch, maar voor den 'bestwil van een inwoner.
De adressen van den Bond Heemschut zullen een steentje een keitje eraan
bijgedragen hebben. Uit de Kamper-Courant knippen wij
Er is bericht ontvangen, dat de secretaris-generaal van het departement van
Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming het besluit van den .raad van
Elburg heeft vernietigd, waarbij aan den heer H. JONKER, Jufferenpad, vergunning
werd verleend om zijn keitjesstoep te vervangen door een tegelstoep. Men weet,
dat de heer JONKER zijn keitjesstoep reeds liet afbreken, nog vóór het raadsbesluit
van kracht was geworden. Daardoor ontstonden moeilijkheden en een gerechtelijke
uitspraak scheen den heer JONKER in het gelijk te stellen, n.1. dat hij een tegelstoep
kon laten maken. Het besluit, thans door den secretaris-generaal genomen, ontneemt
den heer JONKER de vrijheid, om de tegelstoep te laten afwerken. De burgemeester
zal beslissen wat er gebeuren moet. De kans, dat voor het perceel weer een keitjes
stoep komt, is door de nieuwe wending in deze zaak grooter geworden.
Deze oogenschijnlijk onbeteekenende zaak is belangrijk voor het behoud van de
schoonheid der provinciesteden. Want terwijl steeds aandacht werd gewijd aan de
oude gevels, werd de stoep en de straat veelal vergeten. De straat is als de
kamer, niet alleen de wanden zijn belangrijk, ook de vloer doet mede.