HEEMSCHUT 143 pogingen, welke tegenwoordig worden gedaan om ontsiering van het landschap te voorkomen, om de natuur en de schoonheid te sparen. Na deze ietwat theoretische ontboezeming vestigen wij de aandacht op landelijk Amsterdam. Komt de omgeving van Amsterdam voor het smaken van dit levens genot in aanmerking? Ons stadsschoon is beroemd, over onze omgeving hebben wij zelden meer dan vage opmerkingen gehoord. Rembrandt heeft haar schoonheid ten volle ontdekt, zooals talrijke etsen van hem bewijzen. Aan den ouden dijk van het Buiten Y, den Diemerzeedijk, toefde hij vaak. Hoe begrijpelijk, want hoe schilderachtig was dit water vroeger, hoe rijk aan vergezichten, aan wolkenluchten Zelden zien wij er thans een schilder aan'het werk, en zoo is het ook aan den Amstel. Is de schoonheid uit landelijk Amsterdam verdwenen? Niets is minder waar. Zooals elke oude stad veel van haar harmonie verloren heeft, door leelijken huizen bouw, aanleg van trambanen, reclame's en wat niet al, zoo is ook het oude land schap veranderdde mensch heeft er overal zijn "stempel op gedrukt, heeft het oor spronkelijke beeld verloren doen gaan. En toch, wat is er veel moois -behouden gebleven, welk een rijk gevariëerde schoonheid, synthese van menschénwerk en natuur, is er ontstaanEn .dat zeker in landelijk Amsterdam, waar het water van de oude binnenzee en het oude Y, van plassen en kanalen, waar dijken en wegen, tot de wording van zoo'n allermerkwaardigst polderlandschap aanleiding hebben gegeven. De Amsterdammers leeren dit landschap echter pas in den nieuwen tijd kennen. Vroeger trok men niet zoo naar buiten. De watersport is pas in de laatste tien jaar op de plassen en dieën van Waterland verschenen. De in de laatste kwarteeuw gegroeide belangstelling voor de natuur heeft velen naar buiten doen trekken om daar de vele wonderen der fauna en flora te ontdekken, de bijzondere schoonheid van" ongestoorde landschappen te leeren kennen. Ongestoord, dat wil dan zeggen zonder moderne wegen, lawaai-gedoe of leelijke huisjes. Zoo sterk is de drang naar buiten, vooral op het water, dat in heel landelijk Amsterdam veranderingen in het landschap gaande zijn. Daarom is het goed waak zaam te zijn om het schoone te behouden. Een heerlijk landschapsbeeld leverde vroeger het eenzame Kinselmeer in de bocht van den ouden Zuiderzeedijk op. Dit meer is al zeer oud, het is kort na de vorming van het Y of na den aanleg van den eersten dijk tegen de Zuiderzee als braakmeer ontstaan. In later tijd werd het vergroot. Het was hier vroeger een echte spookbuurt. Ettelijke doorbraken hebben er plaats gehad. Het boschje links, dat boven den dijk uitkomt, ligt bij zoo'n oud, wederom tot moeras geworden, braakmeer, het Haekelingengat. Ondanks zijn ouderdom, een weinig begroeide plas: een brakwaterplas, zonder gele plompen, waterlelies en al die pracht van de plassen in het Zuiden, aan de Vecht. Zeelepel blad groeit langs den rand van het meer. In den winter komen er eendensoorten uit het hooge Noorden, zaagbekken, zeeduikers, de aalscholvers visschen er graag. Thans is het een ontspanningslandschap; langs de oevers zijn watersportgebouwen, een uitbreidingsplan regelt het gebruik der oevers. De weg er heen en er langs, 'n rustige weg op de meeste dagen van het jaar, is prachtig berijdbaar. Durgerdam heeft er het vorig jaar een stuk van den ouden zeedijk voor moeten afstaan. Nog altijd een mooi landschap, van den dijk af gezien. De weg volgt het verloop van den dijk, het boschje geeft eenige afwisseling. Helaas is het jammer, dat de

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1941 | | pagina 5