128
HEEMSCHUT
ZANDWINNINGSPUTTEN,
Onze Commissie heeft in het afgeloopen verslagjaar aandacht gewijd aan de ten
gevolge van den nieuwen wegenaanleg overal in het land ontstane zandwinnings-
putten. Het gevaar bestaat n.1., dat aan deze putten of plassen een onjuiste
bestemming zal worden gegeven, dat zij b.v. voor vuilstorting zullen worden gebezigd
op plaatsen, waar dit wegens de tengevolge daarvan ontstane schending van het
landschap of om andere redenen ontoelaatbaar is te achtenanderzijds zou bestemming
voor vuilstorting wellicht juist wenschelijk kunnen zijn wanneer daardoor vuil
storting op andere minder gewenschte plaatsen vermeden zou kunnen worden.
Dat dergelijke zandputten of plassen bij een goede landschappelijke behandeling
uit oogpunt van recreatie en verhooging van het landschapsschoon een groote
aanwinst kunnen vormen, bewijzen b.v. de alom bekende in de gemeenten Vught
en 's Hertogenbosch ontstane „IJzeren Man" en „IJzeren Vrouw".
Het is dus ten hoogste gewenscht, dat aan dergelijke reeds op talrijke plaatsen
ontstane zandwinningsputten inderdaad de juiste bestemming zal worden gegeven,
waarvan men geen zekerheid kan hebben, wanneer deze putten na beëindiging
van de werken ten behoeve waarvan zij zijn gegraven, eigendom zullen blijven
van de betrokken aannemers, die daarover vrijelijk zullen kunnen beschikken.
Met het oog daarop hebben wij ons in verbinding gesteld met de met den wegen
aanleg belaste overheidsinstanties en bij hen betoogd de wenschelijkheid, dat deze
zandputten na beëindiging van de werken in eigendom zullen komen van de Overheid,
opdat deze daaraan de meest geëigende bestemming zal kunnen geven. Wij
opperden daarbij tevens de mogelijkheid dat, wanneer deze plassen behouden dienen te
blijven terwille van het landschapsschoon of de recreatie, zij door de Overheid in
eigendom zullen worden overgedragen aan de provinciale natuurbeschermings
organisatie van de provincie, in welke de plassen voorkomen, opdat deze organisatie
voor een blijvende goede behandeling zal kunnen zorgen.
Het is ons een groot genoegen hierbij te kunnen vermelden, dat de Rijkswaterstaat,
welke Dienst zich voor dit vraagstuk zeer interesseert, onlangs besloten heeft
een in de onmiddellijke nabijheid van een der nieuwe rijkswegen in Friesland ont
stane groote zandwinningsput aan te koopen, waardoor een mogelijke ontsiering
van de directe omgeving van dien rijksweg voorkomen is kunnen worden.
De kwestie der zandwinningsputten hangt samen eenerzijds met het vraagstuk der
zandwinning in het algemeen, anderzijds met dat van de vuilberging, en tevens
met dat van de landschapsverzorging. Al deze drie belangrijke vraagstukken dienen
vóór alles in het nationale verband, dus centraal, bezien te worden, en vormen
aldus een onderdeel van het geheele vraagstuk van het Nationale Plan.
WEGBEPLANTINGEN EN DE OPENHEID DER WEGEN.
Wij hebben reeds bij het allereerste begin: bij de oprichting onzer Commissie en
en ook daarna nog herhaaldelijk betoogd, dat de functie van den weg niet alleen
is het scheppen van de mogelijkheid tot.doelmatig verkeer, doch ook het bieden
van gelegenheid tot ontspanning, recreatie: de weg toch voert den mensch naar
en door de natuur, brengt hem naar buiten. Deze recreatieve functie kan de
weg echter pas naar waarheid vervullen wanneer de weggebruiker van den weg