HEEMSCHUT
121
De bruggen in Nederland stonden in slecht gesternte. Vele groote bruggen die
met zooveel moeite en liefde in de laatste jaren tot stand gebracht werden, gingen
.door den oorlog ten onder. Eenige zijn reeds hersteld, waarbij uiteraard meer gelet
kon worden op de mogelijkheid om het verkeer weder op gang te brengen, dan
op bijkomstige wenschen van aesthetica. Deze vraagstukken zullen nog moeten
wachten. Als verheugende mededeelingen kunnen gelden: de nieuwe brug over
den Ouden Rijn bij Alphen aan den Rijn die een sierlijken vorm verkreeg, terwijl
in den aanvang een brug gedacht was met hooge heftorens die in het vlakke
polderland minder zou passenhet oude bruggetje in Leiden over de Vliet, waarbij
de Gemeenteraad het voorstel van B. en W. om deze brug af te breken, verwierp.
In hoeverre de adressen van Heemschut en van de Commissie W. I. L. van
invloed zijn geweest, is als steeds moeilijk na te gaan.
De ontginningswerken die van grooten invloed zijn op het landschap, konden
slechts weinig in de belangstelling betrokken worden, wegens den tijd en het
moeilijke reizen. Opgemerkt dient dat de Nederlandsche Heidemaatschappij en
andere instellingen op aanverwant gebied steeds meer rekening houden met de
eischen van schoonheid van het landschap. Belangrijke werkzaamheden zijn in
voorbereiding en uitvoering in het Noord-Hollandsche polderland, waar in uit
gestrekte gedeelten van het „oude land", dat zijn de veenpolders die reeds droog
lagen vóór de diepe kleipolders ontstonden, de waterstand wordt verlaagd, zoodat
deze streken, die nu meer water dan land zijn, tot bruikbaar land worden gemaakt.
Dit betreft de omgeving van Landsmeer, de Rijp, Graft, Jisp, Grootschermer.
Blijkens de plannen in de omgeving van laatst genoemd dorp, in de Gemeente
Zuid- en Noordschermer, wordt daar alle gewenschte aandacht gewijd aan de
landschappelijke schoonheid en aan d<: plaats waar de boerderijen komen, niet ver
weg in den polder, maar in de dorpen. De toegewijde leiding is hier in handen
van het adviesbureau voor uitbreidingsplannen van den Provincialen Waterstaat
van Noord-Holland te Haarlem.
Helaas hebben de pogingen van de natuurbeschermers tot behoud van het zoo fraaie
en uit oogpunt van recreatie voor de bevolking van Amsterdam en Zaanstreek zoo
belangrijke Twiskegebied geen succes gehad. Dit was voor allen, die het behoud
van dergelijke waardevolle natuurterreinen nastreven, een groote teleurstelling, te
meer daar de Provinciale Waterstaat van Noord-Holland steeds bereid is dit
streven naar vermogen te steunen en te bevorderen.
Aan de belangrijke ontginningen in het Noorden van Brabant, in de Peel, aan de
Wadden, kon geen aandacht gewijd worden. Voor den Noord-Oostpolder, gedeelte
van de groote Zuiderzeewerken, met de vraagstukken van Urk, Schokland en de
Zuiderzeestadjes, is een groep bekwame en toegewijde deskundigen belast, zoodat
ook van het aesthetisch deel iets goeds kan worden verwacht, mede door de er
varingen, opgedaan in den Wieringermeerpolder.
De vraagstukken van de nieuwe wegen staan eenigermate stop, doordat de uit
voering der werken door den tijd wordt geremd. Slechts enkele, reeds lang
voorbereide wegen, zijn in uitvoering, terwijl de daarbij behoorende kunstwerken