98 HEEMSCHUT (behalve de voordeur) donker groenevenzoo het raamhout. Kozijnen en hijschbalk lichte zandsteenkleurpuibalk en stijlen lichtgrijs. Het ijzerwerk zwart of donkergroen. De voordeur is met Xylamon tegen houtworm behandeld en daardoor diep-bruin gebeitst, daarna gelakt. Het interieur bestaat uit pakhuisruimten; op de eerste ver dieping moest een gewapend betonnen vloer worden aangebracht, omdat deze ruimte als werkruimte wordt gebruikt. Architectonisch heeft het interieur niets bijzonders; wel vallen de zware, ongekantrechte balken op, vaak verschillend van dikte, zoo karakteristiek voor oude pakhuizen. De achtergevel was slecht werk uit het midden der 19e eeuw; hij was dusdanig gescheurd en verzakt, dat hij afgebroken moest worden; hij werd vervangen door een achtergevel van eenvoudiger vorm. Amsterdam, Juli 1941, Ir JAN GRATAMA, Architect. Naschrift. Gaarne willen wij aan deze beschrijving nog iets toevoegen. Kritiek? Ach neen. Kritiek verwondt 't hart. Het is zoo gemakkelijk aanmerkingen te maken, maar zoo moeilijk om 't zelf beter te doen. Het huis zou beneden een woning gehad hebben. Dat lijkt niet waarschijnlijk. De drie gekoppelde pakhuis deuren en de windkast en de behakte balken wijzen op een pakhuis. Bij een koop manshuis, beneden woning en boven pakzolders, treft men dat niet aan. Dan ziet men een hijschbalk en luiken. In een koopmanshuis staat de windas op den bovensten zolder met de rol evenwijdig aan den gevel en het wiel dwars daarop. In een windkast is de rol, de eigenlijke windas. Dan staat de schijf evenwijdig met den gevel zoodat men tusschen de touwen op eiken zolder laden kan. De gevel werd geheel afgebroken en weder opgebouwd. Daarmede krijgt men deugdelijk werk, maar er gaat toch altijd iets verloren, al was het alleen maar aan het metselverband en het voegwerk. De trapgevel lijkt stijl, maar de dak helling zal de hoogte der tafeltjes van de trap wel uitgewezen hebben. De oude buitendeur is als museumstuk netjes opgeborgendeze zal in gebruik beter bewaard blijven dan bij telkens verplaatsen. De verdere onderpui is fantasie, met wat over drijving stijlnamaak, valsche oude bouwkunst. Of dat mag? Theoretisch niet, maar Jioe dan wel. Eenige malen is getracht modern bij oud te voegen maar het moderne van dezen tijd is zoo zwak naast het oude, dat valsch-oud nog minder leelijk is. Nog iets over het glas in lood. Op de liggende loodjes zijn bindroeden om het slappe paneel vast te zetten. De bovenste rij is vastgezet in een groef. Hoe de onderste rij vastgezet moet worden is steeds een open vraag geweest, tot voor eenige jaren een echt oud kruiskozijn met glas in lood voor den dag kwam in een bouwmuur van een huis aan de Kalverstraat. Dit kozijn staat nu opgesteld in den binnenhof van het Burgerweeshuis aan de Kalverstraat. Daar is te zien dat onderaan het paneel ook een bindroede is met nog een strookje glas eronder, een eenvoudige en vernuftige werkwijze, tevoren onbekend. Maar dit zijn geen aanmerkingen, slechts opmerkingen, want alles bijeen is een mooi huis ontstaan en dat is 't belangrijkste Premièrement la beauté. A. K.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1941 | | pagina 16