HEEMSCHUT 95 Dit huis uit het begin der 17de eeuw, dat oorspronkelijk vermoedelijk beneden een woning bevatte, waarboven pakhuis, is op de Amsterdamsche Monumentenlijst geplaatst. Een jaar of drie geleden stond het leeg; de Amsterdamsche jeugd heeft er toen een ernstige aanval op gedaan. Het inwendige, het dak en de achtergevel werden flink beschadigd, alle ramen stuk geslagen. Het zag er naar uit, dat dit monument door de baldadigheid der jeugd verloren zou gaan. De Heer W. G. NlEUWENKAMP, directeur van W. O. J. NlEUWENKAMP's Handel Mij, die voelt voor het behoud van Oud-Amsterdamsch schoon, trok zich het lot van het gebouw aanhij kocht het met de bedoeling dit historische stuk architectuur te redden door het weer bruikbaar te maken. Aan het architecten bureau GRATAMA DlNGER gaf hij opdracht, hem hierbij te helpen. Hij besloot een onderdeel van zijn eigen bedrijf in het huis onder te brengen. Een volledig herstel van den voorgevel stond daarbij op den voorgrond; subsidiën voor dit doel van Rijk, Provincie en Gemeente werden verkregen, terwijl het restauratieplan door de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg en de Amsterdamsche Schoonheids commissie werd goedgekeurd. Het geheele gebouw verkeerde in een verregaanden staat van verval. Merkwaardig was de ontdekking, dat het gebouw vrijwel regelmatig 30 cM gezakt was, met het gevolg, dat de palen öf op zijde öf in de baksteen waren gedrukt. De balkkoppen en vloeren waren gedeeltelijk vergaan; het geheele gebouw helde opzijhet grond water zoog in de muren op. Tegen al deze gebreken moesten maatregelen genomen worden. De gevel had een leelijke onderpui uit de eerste helft der 19e eeuwdaarop storid de fraaie bovenbouw uit de eerste jaren der 17e eeuw, wel zeer verwaarloosd, in details hier en daar verminkt en ontdaan van zijn oorspronkelijken trapgevel. Wanneer men deze architectuur bestudeert, wordt men getroffen door de bijzondere eigenschappen van hare compositie, want zij is regelmatig en toch niet eentonig; zij heeft rust en tegenstelling. Maar bovenal is zij bezield door een gezonde, krachtige opgewektheid, sprekend uit den verticaal zich verheffenden hoofdvorm en uit de onderdeden; de doorschietende middenpartij, de verticalen der kozijnstijlen, de opwaartsche welving der rondbogen, de naar boven sprongsgewijze verijling van den trapgevel, en zijn laatste en beslist verticaal accent. Deze verheffing krijgt zijn kracht door zijn tegendeel, dem horizontalen opbouw door de natuursteenen banden, strookend met de boven- en onderdorpels en kalven der kozijnen. Belangrijk is verder in de compositie de rondboog, toegepast in de constructieve en krachtig werkende ontlastingsbogen boven de vensters en in de stiller sprekende afsluiting der luiken van de middenpartij. Dat hier juist rondbogen gebruikt zijn, is kenmerkend voor den geest van den ontwerper; want de rondboog is de meest harmonische, de volmaakte van alle bogen. Hij is niet gedrukt gelijk de ellipsboog, of verticaal gericht gelijk de spitsboog. De rondboog heeft een volkomen harmonische welving hij begint verticaal en gaat dan, overal zichzelf gelijk blijvend, door het horizontale naar het verticale terug; daarom is hij èn verwant aan het verticale èn aan het horizontale. De rondboog is dan ook de klassieke vertolking van rust en even wichtigheid.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1941 | | pagina 13