HEEMSCHUT Z:
MAANDBLAD VAN DEN; BOND HEEMSCHUT
BESCHERMVROUWE: H. M. DE KONINGIN
WAT HEEMSCHU T'S AANDAGHT HAD
De Algemeene Vergadering 1940, die in het zonnige voorjaar had moeten plaats
hebben doch uitgesteld werd, werd gehouden op Vrijdag den dertienden van
Wintermaand. In tegenstelling met vorige jaren, toen door voordrachten, uitstap,
en andere aantrekkelijkheden steeds een groot getal deelnemers opkwamen, was
nu een matig getal, 26 Heemschutters bijeen, een groep van getrouwen, van taaie
werkers in den strijd voor het behoud der schoonheid van Nederland. De voorzitter
hield een openingsrede, de secretaris las het jaarverslag, beide.in dit blad opgenomen.
In het Algemeen Bestuur werden opgenomen de heeren M. WlEGERSMA, voorzitter
van It Fryske Gea en Mr. Dr. E. J. BEUMER. De commissiën W.I.L; en Het Dorp
brachten hun verslagen uit, die in een der volgende nummers zullen worden vermeld.
De financieele commissie bracht haar rapport uit en de vergadering besloot des
penningmeesters werkzaamheid over 1939 goed te keuren. De verschillende bestuurs
leden werden bedankt voor wat zij voor den Bond Heemschut deden. Daarmede
was; de feitelijke vergadering afgeloopen en volgde de rondvraag. Eerst toen kwam
de een na den ander met vragen en vraagstukken en werkstukken, toen sprankelde
het onuitbluschbare vuur in hen die een deel van hun leven gegeven hebben aan
de Heemschutgedachte, ieder op zijn gebied naar werkkring, aanleg en belangstelling,
van de kleine groep die met elkaar de ervaring en vakkennis in zich omdraagt
van wat Nederlandsche Heemschut omvat.
De Heemschutserie begint vasten voet te verkrijgen om in dezen tijd de Heemschut
gedachte uit te dragen tot een grootere groep dan weleer. Van het 2e deel, de
Thijssehof, dat 't eerst verscheen, is de eerste oplaag van 1000 exemplaren nagenoeg
uitverkocht; een tweede oplaag met eenige uitbreiding en een aantal plaatjes erbij
is bij den drukker in bewerking. Van het le deel, De Historische schoonheid van
Amsterdam, waren reeds vóór de verschijning 500 exemplaren door den boekhandel
besteld en werden in de eerste week na de verschijning nog eens 500 verkocht.
De eerste oplaag van 1500 exemplaren zal spoedig uitverkocht zijn. Met den
tweeden druk wordt gewacht tot de vakpers met beoordeelingen voor den dag
gekomen is. Het 3e deel, over Neêrland's Natuurmonumenten, is zoo juist verschenen.
Het 4e deel, over de Oude Nederlandsche vestingwerken, is in drukproef. Reeds
van tevoren zijn tal van exemplaren van de deelen 3 en 4 besteld. Het boek over
de molens en dat over de binnenhuizenzijn beide bij de schrijvers in bewerking.
Verder zijn een' aantal nieuwe deelen in voorbereiding, over de boomen, het land
schap, den weg, over gebrandschilderde glazen, oude uurwerken, klokken en
speelwerken, tuinen, bruggen en andere onderwerpen waarin Nederland zich
in zijn eigen kunst en volkskunst geuit heeft.