HEEMSCHUT
75
buiten openslaande deuren, luiken, vensters, schermen, uithangborden, getimmerten
of vaste voorwerpen, onder welke benaming ook, aan de gevels of zijmuren langs
den openbaren weg buiten de rigtingslijn van de gebouwen mochten worden aan
gebracht, veranderd of verplaatst. In de Amsterdamsche verordening op het Bouwen
en Sloopen van 10 Juli 1861 komt een overeenkomstig voorschrift voor.
De bepalingen omtrent uithangborden zijn hier slechts een onderdeel van ver
ordeningen van wijder strekking, waaruit mag worden afgeleid, dat de borden op
zichzelf in dien tijd niet tot bijzondere klachten aanleiding gaven.
Intusschen had de belangstelling inzake gevelsteenen en uithangborden "ernstige
wijziging ondergaan. Gedeeltelijk is dit het gevolg van de nummering van de
woningen en tevens van de omstandigheid, dat niet langer het teeken te hulp
.moest komen, waar de vaardigheid tot lezen tekortschoot.
Van grooter beteekenis is evenwel het groote cultureele verval in de 19e eeuw
in velerlei opzicht en als gevolg waarvan talrijke gebouwen van groote historische
en aesthetische waarde zijn gesloopt, oude poorten en wallen werden opgeruimd
en merkwaardige grachten zonder meer werden gedempt. In een tijdperk, waarbij
de uitbreiding van steden zich op de meest willekeurige wijze voltrok, ten opzichte
van het toekomstig verkeer grove fouten werden gemaaktx-nieuwe wijken met zeer
banale vormgeving werden gebouwd, interessante oude gevei's op hopelooze wijze
werden verminkt en straatwanden door ondoordachte verbouwingen radicaal en
voor goed werden bedorven, behoeft het niet te verwonderen, dat er op waardeering
voor de kleinere details in het oude straatbeeld niet langer kon worden gerekend.
Van de origineele en geestige uithangborden, dikwijls in kunstsmeedwerk uitgevoerd
en menigmaal door kunstenaars beschilderd, zijn er vele verdwenen. Talrijke oude
gevelsteenen zijn weggebroken, verminkt of overgesausd. VAN LENNEP en TER GOUW
hebben in hunne uitvoerige werkjes de herinnering vastgelegd aan veel van hetgeen
intusschen verloren is gegaan. Het meeste bleef nog behouden in sommige oude
stadjes, welke zich in den loop van de laatste eeuw niet of nauwelijks hebben
ontwikkeld. Het langst hebben zich de uithangborden in de kleine steden en op
het platteland gehandhaafd. Het beste bewaard bleven veelal de gevelsteenen in
de gebouwen van weeshuizen en andere liefdadige instellingen. -ag
Op welke wijze de zakenman in de 19e eeuw de aandacht vroeg voor nering of
bedrijf, zien we nog het beste in de kleinere plaatsen, buiten de groote verkeers-
routes gelegen en in de oudere en soms verouderde wijken van zich in snel tempo
uitbreidende grootere gemeenten. Soms heeft men toentertijd volstaan met een
eenvoudig opschrift tegen de deurpost of een houten uitsteekbordje. In andere
gevallen werd een opschrift op de winkelruit geschilderd. Een stap verder was al
het aanbrengen van een lijst boven de winkelpui en soms over de geheele breedte
van den gevel. De opschriften droegen nog een algemeen karakter, als Kruideniers-
en Grutterswaren.
In den loop van de 19e en het begin van de 20e eeuw heeft het aspect zich