32
HEEMSCHUT
de vele gedempte
grachtjes die nog nooit
over hun gedempt
heid uit hebben kunnen
groeien, hoezeer ook
nu nog bedreigd door
eischen van het verkeer,
zooals de blauwe tram,
die als een moderne
mastodon door de te
nauwe straten dringt
en daar alle intimiteit
doodslaat. Gelukkig
staat hier de Vereeni-
ging Oud-Leidenop
de bres. Deze zond
ons het 32e deel van
haar Jaarboekje voor geschiedenis en oudheidkunde van Leiden en Rijnland,
tevens orgaan van de Vereeniging „Oud-Leiden" toe. Uit het jaarverslag
over 1939 blijkt dat dit jaar ondanks den ongunst der tijden geen slecht jaar voor
de Vereeniging geweest is, een jaar waarin het ledental de 500 overschreed, een
aantal lezingen en excursies in Leiden en omstreken gehouden werd en, wat zeker
zeer toe te juichen is, ook gewerkt werd onder novieten en eerstejaars-studenten,
die onder deskundige leiding een wandeling maakten langs Leidens merkwaardig
heden. Men hielp mee aan het restaureeren van gevelsteenen, bovenlichten van
winkels, enz., en mede op verzoek van het Bestuur werden door het Gemeente
bestuur bouwfragmenten van het oude stadhuis, die niet in den herstelden gevel
konden worden opgenomen, naar de Lakenhal overgebracht en een tweetal klokken
van het stadhuis geplaatst in de nieuw gebouwde Zuiderkerk aan den Lammen-
schansweg. De speciale commissie inzake het herstel van Gravensteen hield zich
op verzoek van het Gemeentebestuur bezig met verschillende vraagstukken daar
omtrent en met instemming kan vermeld worden dat de Regeering op de begrooting
voor 1940 een post heeft uitgetrokken als bijdrage in de kosten van herstel van
dit gebouw. Ook in de omgeving van Leiden werd gewerkt, hoewel het Bestuur
erkennen moet dat het moeilijk is de plattelandsbevolking voor zijn streven te
interesseeren en haar bewust te maken van de bijzondere schoonheid van het landschap
dat zij bewoont. Als een zwarte bladzijde in de geschiedenis van het afgeloopen jaar
moet vermeld worden dat het Huis ter Aar te Woubrugge, dat zoo goed in het
dorp paste en een rol gespeeld heeft in de dorpsgeschiedenis, niet gered kon worden
maar gesloopt werd. Ook tot de molens in de omgeving strekt zich de bemoeiing
der Vereeniging uit en met vreugde wordt vermeld dat in het afgeloopen jaar in
Rijnland geen enkele windmolen buiten werking gesteld werd, maar daarentegen
vier watermolens verbeterd werden door het aanbrengen van gestroomlijnde wieken.
Het wapen VAN LEYDEN VAN LEEUWEN aan den gevel
Rapenburg 48, Leiden