30
HEEMSCHUT
kon verkrijgen over een te houden Heemkundeweek, georganiseerd door den folklorist
D. J. VAN DER VEN te Oosterbeek. Dat was een knuppel in 't hoenderhok.
VAN DER VEN en de Meihof, zoo maar te gaan doen aan Heemkunde, zonder
dat eerst netjes te komen vragen aan „Heemschut" en „Heemkunde"! Om het
genot te verfijnen kwam een nummer van het tijdschrift van den Meihof dat altijd
geheeten had de Volksdansmare en dat nu ineens heette Mare voor Heemkunde
en Volksdans, 't Was erg
Toen echter het programma kwam en de uitnoodiging aan het Bestuur om den
openingsdag bij te wonen, waren allen van den schrik bekomen en gingen erheen
de Voorzitter, de Secretaris en de Secretaris van de W.I.L. We hebben er geen
spijt van gehad. We kunnen er niet anders van zeggen dan dat het een schoone
dag was, dat we ontzag hebben voor wat de Heer VAN DER VEN, en daarbij
vooral niet te vergeten Mevrouw Dr. ELISE VAN DER VEN—TEN BENSEL,
ontketend hadden, zoo maar alleen en op eigen gelegenheid tot stand gebracht.
We keken het eens af en de slotoverweging was: Meneer en Mevrouw VAN
DER VEN, succes gewenscht met de Heemkunde. U hebt Heemschut's medewerking
Haal de jeugdleiders en de jeugd met honderdtallen naar den Meihof, leer ze daar
behalve folklore en volksdansen iets van de liefde voor de geschiedenis en de
schoonheid van het land. Ge hadt er geen betere plek voor kunnen kiezen,
tusschen den Rijn en de Veluwe, bij de bosschen van de Gemeente Renkum, van
het Geldersch Landschap en van Natuurmonumenten, bij de Huneschans en het
Openluchtmuseum, bij het Dierenpark en 't Kasteel de Doorwerth.
De Commissie het Dorp, na de W.I.L. de tweede Commissie uit den Bond
Heemschut, werd geïnstalleerd en begon met haar omvangrijke taak. Wie Neder
land per auto bereist kan opmerken wat er aan den weg gebeurt en wat er in
de dorpen te beredderen valt om de schoonheid weder op te voeren. Voor beide
Commissiën is een ruim arbeidsveld.
Nu de wisseling van Bestuursleden tot rust is gekomen, is de lijst weder vermeld
op de rugzijde van den omslag van het Maandblad. Met nieuwen moed vooruit!
Het ledental is door de tijdsomstandigheden wel ongeveer op peil gebleven, doch
niet vooruit gegaan. Laten de leden ieder voor zich in hun omgeving zien of ze
een of meer nieuwe leden kunnen aanbrengen. Er zijn in Nederland nog zooveel
menschen die belangstelling hebben voor de schoonheid van het land en die wel
f5.per jaar daarvoor over hebben, vooral als ze er nog een tijdschrift voor
krijgen. Het Bestuur heeft reeds zooveel te doen. Laten de leden op deze manier
weer eens iets doen
De Secretaris.
r-