111 vormt aan de andere zijde de grens. En dan ligt wijd uit voor U het golvende heideveld, aan den einder afgesloten door het wazig blauw van weer andere bosschen. Dichterbij is de Kreel met de Kreelsche plas, een eigenaardig we reldje in deze omgeving. Midden tusschen de heide velden liggen hier wat lage weilanden, doorsneden van diepe sloten. En daar half verscholen achter wilgen en hoog opgeschoten riet ligt een groote veenplas, waar ge kunt zwemmen en visschen en in den winter schaatsen rijden een zeldzame gelegenheid in het Veluwsche land. Vlak daaraan grenst het Kreelsche Zand en grooter tegenstelling is moeilijk denkbaar; groene weiden en barre zandverstuivingen in eikaars onmiddellijke nabijheid. Verderop, meer naar het Noorden, lokken steeds weer nieuwe vergezichten, heidevelden, uitgestrekte bosschen en het blinkend wit van de verschillende zanden. We zijn hier in het hartje van de Veluwe en deze zandverstuivingen hebben onzen voorouders heel wat hoofdbrekens gekost. Trots de bemoeiingen van de opzettelijk hiertoe aangestelde „Zandgraven", die er voor te zorgen hadden, dat de zanden „met enige doorgaende schuttinge off hoog staende tuynen van eyken off andere quaesen beset, en vöör en achter dezelve de grondt off 't sant met plaggen beleyt of met helm bepoot off besayt worden", breidden deze zich steeds uit en vormden een voortdurend gevaar voor de omgeving. In 1852 vond men hier nog een tiental groote zanden, variëerende van 100 tot 1400 h.a. oppervlakte. En de strijd tegen deze zandzeeën was in vele opzichten niet minder zwaar dan die tegen het water langs onze kusten. Intusschen is de laatste decennia veel veranderd. De kleine zanden werden voor een goed deel met heideplaggen belegd. Bij de grootere was dit ondoenlijk. Maar rijen eikenhakhout, dennen, heide, eikenstruiken, wallen, naast elkaar in den grond geplaatste takkenbosschen, rietmatten al naar de omstandig heden, het ééne hier, het andere daar toegepast hebben deze toch aanmerkelijk in omvang doen afnemen. Nu kunt ge hier overal veilig rondwandelen zonder gevaar te loopen op de onafzienbare zandwoestenijen het spoor bijster te raken of plotseling door een zandstorm overvallen te worden, ervaringen die voor de betrokkenen allesbehalve aangenaam en in vele gevallen zelfs niet zonder levens gevaar waren. Hier, zoomin als ergens anders om Ede, zult ge veel van de hatelijke bordjes, herinnerend aan art. 461. Wetb. v. Strafr. aantreffen. Alleen honden schijnen in een kwaden reuk te staan; in de buurt van de Ginkel lazen we tenminste de aan De Kreelsche schaapskooi

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1939 | | pagina 5