98
HEEMSCHUT
zal. Het biedt daarom verheugenis dat in den Bouwraad, het college dat den
Minister O. K. W. adviseert in belangrijke aesthetische zaken, tot buitengewoon
lid en speciaal voor de bruggen zoowel een vertegenwoordiger van den Bond
Heemschut als van de Commissie W.I.L. door den Minister werden benoemd.
De Monumentenverordeningen die Nederland in steeds grooter hoeveelheid verkrijgt
inplaats van een Monumentenwet zooals andere landen hebben, biedt heel wat
moeilijkheden. De meeste eigenaren zien er geen voordeel in dat hun eigendom
op de Monumentenlijst geplaatst wordt en verzetten zich. in den regel met weinig
succes. Anderen juichen wegens den eerepalm hun gevel toegezwaaid en de grootere
zekerheid dat ook hiernamaals anderen dit schoon bezit niet kunnen schenden. Het
merkwaardige is echter dat tallooze huizen die de oude steden sieren, doch die op
zichzelf niet belangrijk genoeg zijn om op de Monumentenlijst geplaatst te worden,
nu wat minder beschermd zijn, zoodat zich te Amsterdam het zonderlinge verschijnsel
voordoet, dat er nu meer oude huizen worden afgebroken dan vroeger. Een ander
middel doet voornamelijk de gevels behouden de belangstelling van de eigenaren
en kleine aannemers in hun geliefde oude stad, een middel dat krachtiger werkt
dan wet en verordening.
De molens behooren slechts ten deele tot het arbeidsveld van Heemschut, omdat
de Vereeniging. de Hollandsche Molen en plaatselijke vereenigingen daarop zijn
ingesteld. Heemschut beperkt zich slechts tot matige bijdragen in enkele gevallen
waar dit redding kan brengen.
De grachten hebben van oudsher Heemschut's belangstelling gehad. Dit jaar werd
een belangrijk succes geboekt: de Bakenessergracht te Haarlem. Dit is te beschouwen
als een hoogtepunt na jarenlangen strijd. Eindelijk is men gaan begrijpen dat er
ingegrepen moest worden in de opvolging: waterleiding in de huizen, rioolstoffen in
de gracht, klachten van stank, dempen en een riool midden in de gedempte gracht.
De opvolging is nu gewordenwaterleiding in de huizen, rioolstoffen in de gracht,
klachten van stank, maken van riolen in de kaden, gracht uitbaggeren, terugkeer
van visch en wilde eenden in de stad. En niet te vergetenbehoud van de schoonheid.
Tentoonstellingen konden ook dit jaar niet ontbreken, waarbij met eere te noemen
viel de Heemkundetentoonstelling in Den Haag, waarbij zoowel de Bond Heemschut
als de Commissie W.I.L. een inzending verzorgden.
De ontsiering door reclame wordt nog steeds bestreden. Ten plattelande zijn het
vrijwel alleen nog maar de verzekeringmaatschappijen die uit eigenbaat de schoonheid
van Nederland als om strijd trachten te bederven. Door de medewerking van
Gemeentebesturen en-Provinciale Besturen wordt veel bereikt, doch er is heel wat
volharding noodig om al maar te blijven werken tegen ontsierders die er met een
vrachtwagen vol leelijke groote geëmailleerde borden op uit trekken, toegerust
met listen om verordeningen te ontloopen. Wanneer men in de jaarverslagen dier
verzekeringmaatschappijen de klinkende namen van directie en commissarissen leest,
verbaast men zich dat aan dit bedrijf niet vanzelf een einde komt.
Tegen de autobelten kon nog weinig gedaan worden. Niettemin worden ze hier en
daar door de voorschriften van uitbreidingsplannen en de „bestemming" der gronden