106
HEEMSCHUT
poortgebouw aan de zijde van den duiventoren een afzonderlijke toegang en trap
gemaakt. In de voor de Katholieken minder benarde tijden der 17de eeuw kwam
de kapel in onbruik; maar nog zijn de gewelfspanten behouden, al ligt er nu een
zoldering dwars doorheen.
Het waren ook weer de VAN DE WERVE's die schuin over het kasteel de eerste
Katholieke schuilkerk aankochten, waar als eerste pastoor fungeerde de bekende
Delftsche geleerde SASBOUT VOSMEER, wiens familie vóór TROMP de hofstede
Schoonoord naast den Burch bezat. Op den Burch woonde een andere groote
steun der Katholieken, namelijk Mr. CORNELIS SUYS, president van het Hof van
Holland en ambachtsheer van Rijswijk. Deze werd in de 18de en 19de eeuw opgevolgd
als eigenaar van den Burch door de familie VAN DER KUN. De laatste, die als leenman
met huis te Werve werd verleid, was de zoon van Elis. CROMHOUT, JACOB
HENDRIK baron VAN Wassenaar in 1771. In 1807 ging het goed door aankoop
over aan Mr. JOHAN HERMAN DE LANGE, wiens kinderen het in 1824 openbaar
verkochten aan Jhr. M. B. H. W. GEVERS VAN SPALANT. Sinds begon de ont
takeling van het kasteel en de verbouwing tot modern heerenhuis. Allereerst werd
daarbij de toren tot op de hoogte van het huisdak afgebroken, met een plat afgedekt
en het uurwerk, dat toen nog boven de poort prijkte daarheen overgebracht. Aan
de Zuidoostzijde werden alle bouwdeelen neergehaald en de groote binnenruimte
daardoor verkregen, met een lagen muur omgeven. Alle overblijvende gevels werden
gepleisterd en daarin (o gruwel in een Middeleeuwsch gebouw) in symmetrische
afstanden moderne ramen aangebracht. Nog werd aan de Zuidzijde een weinig
passende ijzeren serre bijgebouwd en van binnen werd alles wat oudheidkundige
en architectonische waarde had zelfs de schouwen grondig gesloopt. Nog later
werd een nieuwe toegang gemaakt en de binnenruimten daarbij aansluitend gewijzigd.
Na den dood van den heer GEVERS werd het nog tot 1891 door zijn familie
bewoond en toen ten tweede male in veiling gebracht. Het kwam daarbij in
handen van een notaris te Utrecht die voornemens was alles met den grond gelijk
te maken. Uit zijn handen redde het de oudheidminnaar A. LABOUCHÈRE, directeur
van „de porseleine fles" te Delft. De plaats is sinds A. LABOUCHÈRE van 8 bunder
tot 37 bunder uitgegroeid. Deze eigenaar wist ook de 11 bunder groote waterkuil,
ontstaan door de uitdiepingen voor de ophooging van het Haagsche Laakkwartier,
te redden voor volstorting met Haagschen afval. Hij vormt nu een bijzonder fraaie
groote en diepe reeds grootendeels met riet omboorde vijver, waarover het oude
fraaie gezicht op Delft, dank zij een servituut, vrijwel onbeperkt behouden is gebleven.
Maar in 1922 ruilde de heer LABOUCHÈRE Rijswijk voor Aerdenhout als woon
plaats en toen Sir DETERDING aan het personeel der Bataafsche petroleum Mij.
had aangeboden zich een huis als vacantie-oord en clubhuis te zoeken, viel hun
keus op het huis te Werve. De uitgebreide terreinen voor land- en watersport
zijn daar thans zoo aangebracht, dat ze het natuurschoon van de plaats niet verstoren.
Bijzonder keurig en smaakvol onderhouden zijn de uitgestrekte gazons en boom
partijen. Sterk daarmede contrasteert een groot deel van het gebouw. Het inwendig
schoon moest voor een deel althans ten offer vallen aan de eischen der bewoning