HEEMSCHUT
105
door een balus
trade met groote
ballen in de vier
hoeken. Uit den
tijd van den bouw
door Jan Ruyg-
ROCK dateerde
ook de vrij ruime
huiskapel waarvan
de gotische span
ten nog onder het
dak aanwezig zijn,
doch van het bij-
behoorend ton
gewelf is niets
overgebleven.
Vele afbeeldin
gen, waarvan een
paar hierbij gaan,
toonen hoe tot
in de 19de eeuw
de schoone oude vormen geheel behouden bleven, ofschoon verschillende ge
slachten het huis achtereenvolgens bezaten. Bij den kinderloozen dood van WILLEM
VAN DE WERVE RUYGROCK in 1593 kwam het goed als „donatio inter vivos"
aan diens oudsten neef JACOBUS STALPERT VAN DER WlELE, door huwelijk van
een van diens nakomelingen aan de familie WlIYTIERS VAN DE WERVE en
daarna aan een CROMHOUT. De bekwame genealoog F. A. HOEFER, door zijn
vrouw verwant met een der latere bezitters VAN DE WERVE heeft in de
Navorscher van 1893 die verwantschappen uitvoerig aangegeven. Als ELISABETH
MARIA CROMHOUT, vrouwe van NlEUWKERK, bij den dood van haar oom
GODFR1DUS in 1765 met het huis te Werve wordt verleid, is zij weduwe van
GERRIT ANTON baron VAN WASSENAAR. Aan het oude recht van zwanedrift
herinnert dan de toestemming om twee paar zwanen te mogen houden. Ook het
recht van den duivenslag was oudtijds een dergelijk heerlijk recht. Bij de verlei-
brieven wordt ook steeds afzonderlijk genoemd „een warandeken van conynen"
en nog steekt die oude konijnenberg uit boven den overigens vlakken zandgrond
van het goed. De VAN DE WERVE's die een fraaie grafkapel hadden in de oude
kerk van Rijswijk, die aan de Hervormden kwam, zijn met bijna de geheele dorps
bevolking van Rijswijk Katholiek gebleven. In de eerste jaren van hun geloofs-
verdrukking hadden de VAN DE WERVE's een priester in het Huis opgenomen
en een deel van de bovenruimten van het kasteel als schuilkapel ingericht. Gastvrij
werd daar ook aan de Rijswijkers gelegenheid gegeven hun godsdienstplichten te
vervullen; maar om het geloop door het huis zelf te voorkomen, werd boven het
JGstr JCries te ~\tfkïMV33 iït/ ZTLvsrPy^&s -*7*9
Naar een kopergravure van A. DE Haan uit Verheerlijkt Nederland, Tinon 1751